De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende De getrouwe Démotes aan zijn Koning.Ga naar voetnoot* Mijn trouw vereischt geen loon: ze is adem van mijn borst; Geen dienstbewijs, maar zucht en kwijting van 't Geweten: Gy, acht gy ze eerbied waard, ontzie haar reinheid, Vorst, En wikkel ze in geen praal van lint of ordeketen. De Deugd is grooter dan uw eergift, dan uw kroon: En, wilt gy ze aan uw Volk ten les en voorbeeld geven, Zoo strekke uw gunstbewijs de menschheid niet tot hoon, Als waar ze een lager rang van burgren te verheven. Schenk Wapenschild of Ster wien geen verdienste siert, Wier hart niet vatbaar is hun plichten aan te hangen: De halsband wordt vereischt by zwerfziek ongediert', Maar moet geen vrijen nek eens trouwen wachthonds prangen. Het bloed maakt d' Adeldom, geen Vorstenpergament; De deugd het braaf gemoed, geen ijdel Ridderteeken. Geef wat het oog verblindt aan die zich-zelv' niet kent; Den brave niets dan 't recht om naar zijn hart te spreken. 1820. voetnoot* Sprokkelingen, 172. Vorige Volgende