De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12
(1859)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijBeklag.
| |
[pagina 205]
| |
Geen palmvlak eigendoms, geen somber lijkgesteente,
Waar in me een stille rust, een vrije wijk ontmoet'.] -
Doch, onbezonnen klacht! - Waar 't zielloos lijk moog rusten,
Of 't onbegraven ligge, of overstelpt met aard'.
Al slingerde 't de zee naar de onbewoondste kusten,
Al spijsde 't wolf of kraai; dit is mijn zorg onwaard.
Gy Jezus, zijt my sterkte, en vaderland, en goederen,
Gy alles. Leve ik U, en wat behoeve ik meer!
Gy zult me in dit verblijf naar eisch der nooddruft voederen,
En schenkt me in 't Hemelsch Rijk 't verloorne dubbeld weêr.
1820.
|
|