De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 12
(1859)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 83]
| |
Aan den dichter van eenen welkomstgroet,
| |
[pagina 84]
| |
Hy, die Pindus lauwerdalen
door Barbaren zag verwoest,
En uitheemsche distels planten,
waar de veldroos tieren moest.
Hy, die, waar zijn voet hem voerde,
niet dan wildzang hooren mocht,
Niet dan uil- en ravenkrassen
uit moeras en steenrotskrocht!
Zou, zou die zich niet vergasten
aan uw ongekunsteld lied?
Ja, hy smaakt het, brave zanger;
gy, versmaad het zijne niet!
Leyden,
1806.
|
|