De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 11
(1858)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijAan den heer Hoeufft.Ga naar voetnoot*Aan 't steil en glibbrig pad des Helicons ontgleden,
En kruipende aan zijn voet, verkreupeld en verlamd,
Staart nog, met de in den val uit één geschokte leden,
Mijn grijsheid op die jeugd die de uwe nog doorvlamt.
Vaar voort, begaafde vriend! bespeel de Auzoonsche snaren,
En breng den gouden tijd der Maroos wederom,
Hem, wien de lauwer past van Febus blonde hairen,
Bloeit altijd frissche Lent' ook zelfs in d' ouderdom.
1829.
|
|