De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 10(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 237] [p. 237] Ter gedachtenisse van den dichter Hermanus Coster, overleden den XXI van Slachtmaand MDCCLXXXI.Ga naar voetnoot* Daar zoo veel wakkre Hoofdpoëeten, ô Coster, op uw asch in diepen rouw gezeten, Den klaagtoon van de kruyff slechts volgen met een' zucht, Stoor ik, ô eer van onze Reien! Die doodsche plechtigheid met geen luidruchtig schreien: 't Benaauwde hart schept ook in stomme tranen lucht. Doch, zoo by nagelaten vrinden Ooit ware teêrheid is te vinden, Na dat hun halsvriend hun ontviel: Hoe keurig andren snaren dwingen, Uw nagedachtnis blijft aan geen der kunstelingen, Die op uw treurige uitvaart zingen, Meer heilig dan aan deze ziel! Kniedicht. voetnoot* Verspreide Gedichten II, 117. Vorige Volgende