De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 10
(1858)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijOp de zinnebeeldige teekening van den invloed der dichtkunste op het bestuur van den staat.Ga naar voetnoot*Vrouw Themis, uitgedoscht in 't purpren Rijksgewaad,
Praalt op den hogen stoel, en houdt het Roer van Staat,
Met d' Evenaar des rechts en 't Slagzwaard in de handen:
De Wet, die haar omarmt, prijkt aan heur rechter zij',
Voert d' elpenbeenen staf der Opperheerschappy',
En legt den fellen leeuw en tijger in heur banden:
Terwijl de Vrijheid zich met eikeloof gekroond,
In ongestoorde rust aan haren voet vertoont.
De Hemelsblaauwe dosch, met starrengoud doorweven,
Duidt de eedle Dichtkunst aan, door Godlijk vuur verrukt,
| |
[pagina 224]
| |
Die, aan de linker hand op Themis throon verheven,
De gulden Cythersnaar met vlugge vingers drukt:
De Woestheid buigt zich neêr op 't rollen van haar wijzen,
En vlijt den hals gedwee in 't zachte Jok der Wet:
Men ziet den loggen steen van 't trekkend aardrijk rijzen,
En op het maatgeluid vrijwillig saamgezet:
Terwijl aan d' andren kant, op de eigen melodye,
De Moed het lemmer grijpt, en bliksemt met het schild
In 't eindloosdraaiende oog der wreevle Tyrannye,
Wier roodbebloede dolk in de ijzren vuisten trilt:
Zy vliedt beangst, en trapt, met ongewisse schreden,
De oneedle slaverny op 't angstig zwoegend hart,
Door roede en geeselsnoer belemmerd onder 't treden,
En in de schakels van heur eigen boei verward.
De Deugd, die 't zedig oog op 't Wetboek houdt geslagen;
De Zucht voor 't Vaderland, en wakkre Gloriemin,
Die de eedle Veldbanier en zegepalmen dragen,
Treên haatlijke Eigenbaat de trage lenden in.
De Wellust ziet vol schriks de Deugd het hoofd verheffen;
't Momaanzicht valt haar af; ze ontvlucht het heuchlijk licht:
Daar 't Beeldwerk van den throon de welvaart doet beseffen,
Verknocht aan 't Staatsbestuur, door Dichtkunst opgericht.
1779.
|
|