De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 10
(1858)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijWaarschouwing.Ga naar voetnoot*Ah! nimium faciles aurem praebere puellae!
Ovidius.
Wuftaarts, die met valsche lonken
't Hart eens meisjens tracht te ontfonken,
Waar het uwe niet aan hangt;
Die met kunst en listig pogen,
Haar de ziel ontperst door de oogen,
Uit den klem der lippen prangt! -
Die met helsch gescherpte woede
Haar den haak der angelroede
Door dat argloos harte rijt,
Dat by 't bloeden van die wonden,
Tot den doodsnik onverbonden,
Onuitspreekbren folter lijdt.
Kent, beseft, die gruwbre pijnen,
Die geen kracht van medicijnen,
Tijd, of zielsverstrooiïng, heelt;
En gy, wacht u, lieve onnoozelen,
Eer een schertsend minnekozelen,
U de boezemrust ontsteelt.
1826.
|
|