De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 9
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 463]
| |
Aan eene mijner lezeressen.Ga naar voetnoot*Ach! wat kust ge deze verzen!
Lieve schoone, kus ze niet!
Spil dat traantjen van genoegen,
Dat u langs de kaken vliet -
Spil die levendige vonkjens,
Die uw ziel door de oogen schiet -
Spil den waas dier malsche lippen,
Aan geen onerkendlijk lied!
Maar indien uw teder harte
Traantjens van gevoel vergiet,
En der kunst, die zielen kluistert,
Harten kneedt, en boezems ziedt,
In die traantjens, kusjens, lonkjens,
Onderworpen offers biedt;
Mij behooren zij, die traantjens
Van 't wellustigste verdriet;
Mij die lonkjens, mij die kusjens;
Mij, den Dichter; niet het Lied! -
Ach! wat kust ge deze verzen,
Lieve schoone, kus ze niet:
Of zijn verzen zoo veel waardig,
Wees dan, schoone, wees rechtvaardig,
Ik ben louter minnelied!
|
|