De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 9
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 346]
| |
aant.Rechten.Ga naar voetnoot*De rechten van den mensch, de rechten van den borger!
Zeer wel; maar zwijg er van, gy die hun welvaart mint:
Druk, vestig ze in het hart van Voogd en Staatsverzorger,
Maar niet in 't zwak gemoed van Volkgemeente of kind.
De onnoozlen warren drift en grilligheên met rechten,
Ze ontwringen zich 't bedwang dat ieder noodig heeft,
En 't wordt, niet de ordening der Almacht slechts, bevechten,
Maar 't stoot den grondslag om waardoor men bloeit en leeft.
Leer de onvervreemdbaarheid der rechten van 't Geweten;
De Duivlendwinglandy die 't hart verderft, weêrstaan,
En 't binden van de ziel in Godgevloekte keten!
De plicht-alleen maakt recht, aan dezen moet voldaan.
Dit was de wederstand aan 't zielendwingend Spanje;
Dees opstand was van God, en heilig in zijn bron:
't Was aller Vorsten Vorst verbonden met Oranje,
1808.
|