| |
| |
| |
Krijgsdans.
I.
Optocht.
Voor Vaderland en Koning,
Voor Hollands Leeuwenvaan,
Voor eigen haard en woning,
Op, Helden, in 't geweer!
Geen Hollandsch hart kan slapen,
Waar Koning roept en eer.
Aan plicht en eer voldaan!
Voor Vaderland en Koning,
Vereischt zijn trouwbetooning,
Op, Helden! in 't geweer!
Geen Hollandsch hart kan slapen,
Waar Koning roept en eer.
Aan plicht en eer voldaan!
Voor Vaderland en Koning,
Roept Vaderland en Koning,
Hoe schoon is mijn beloning,
Voor hun ten strijd te gaan!
| |
| |
Op, Helden! in 't geweer,
Geen Hollandsch hart kan slapen,
Waar Koning roept en eer.
Aan plicht en eer voldaan!
Is 't zoet ten strijd te gaan.
Vindt dapperheid bekrooning
Op, Helden, in 't geweer!
Geen Hollandsch hart kan slapen,
Waar Koning roept en eer.
Aan plicht en eer voldaan!
Voor Vaderland en Koning!
II.
Strijd.
Voor Vaderland en Koning,
Voor Hollands Leeuwenvaan,
Voor vrijen haard en woning,
Voel ik mijn aders slaan.
Rukt aan, ô Hollands braven!
En strijdt, en triömfeert!
Op 't spoor der eer te draven
Heeft Holland nooit verleerd.
| |
| |
Val aan! val aan! val aan!
Aan pligt en eer voldaan!
Voor Vaderland en Koning,
Vereischt hier moedbetooning,
Val aan! val aan! val aan!
Rukt aan, ô Hollands braven!
Breekt 's vijands drommen door!
En streeft den krijgsmars voor.
Val aan! val aan! val aan!
Aan pligt en eer voldaan!
Voor Vaderland en Koning,
Voor Vaderland en Koning,
Val aan! nog eens, val aan!
Ja, strijdt, ô Hollands braven!
Reeds zwicht het Fransch gebroed!
Dit tuigt ons aller moed.
Val aan! val aan! val aan!
Aan plicht en eer voldaan!
Voor Vaderland en Koning,
Voor Vaderland en Koning,
Vond Hollands deugd bekrooning!
De vijand maakt ruimbaan!
Triömf! ô Hollands braven!
| |
| |
Ons hart heeft zich voldaan,
Voor Vaderland en Koning,
III.
Overwinning.
Voor Vaderland en Koning,
Klink' thans ons juichend lied!
Voor vrijen haard en woning,
Triömf, ô Hollands braven!
Uw moed behield het veld!
Heft aan! heft aan! heft aan!
Gy hebt den plicht voldaan,
Voor Vaderland en Koning;
En keert met lauwerblaân!
Vlecht Oranjen om den hoed!
Holland rijst met nieuwen moed,
Uit den schoot der wateren!
Huppelt vrolijk in het rond!
Daver' Hollands vruchtbre grond!
Laat de vreugde schateren!
Ja, huppelt en dartelt, en zwiert in het rond,
En schater' de blijdschap uit lachenden mond!
| |
| |
De bliksemende Arend stort neêr van zijn wond;
Is 't land weêr ontweken,
Waarop hy Bataven tot wederstand vond!
Ja, schater' de blijdschap,
Ja, schater' de blijdschap, en daver' de grond!
Het Land is behouden, de Tuinleeuw gezond!
Het Land is behouden, de Vijand verdreven!
Het Land is behouden, de Koning moet leven!
Hy komt ons de Vrijheid, de Vrede hergeven:
Oranje moet leven, ja leven!
De Franschman, de Dwingland zal beven,
En vlugten voor eeuwig den Hollandschen grond!
|
|