De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8
(1858)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 384]
| |
Aan Nederland,Ga naar voetnoot* by het afnemen van het Krijgsbevel over de Bezetting van de Hage aan Zijne Hoogheid.Zoo zijn dan Krijgsbewind en Vorstlijke eereteekenen
Nu eindlijk afgescheurd van 't Erfstadhouderschap!
Elk dienaar van den Staat durft zich uw meester rekenen,
En voert, by 't snoodst gedrag, den schaamteloosten klap.
Bataven! 't staat u schoon, een Koning af te zweren,
Om dat hy eeden schond, en rechten had verkracht,
Daar ge u van schuim van volk zoo schandlijk laat verheeren,
Dat Eed en Godsdienst, rook, en u, zijn slaven acht!
Ach! Neêrland, bakermat van zoo veel wakkre helden,
Zoo dra gy slechts een Held tot Hoofd had van 't gezag!
Thands wordt ge 't speeltuig weêr van de Oldenbarnevelden,
Of 't faalt hun aan den moed tot éénen stouten slag.
Gelooft dit, steunt daar op: maar denkt, o Nederlanderen,
(En wacht u!) zelfs de vrees wrocht somtijds razerny.
En waant ge in al dien hoop van snoodaarts met elkanderen,
Dat daar één hart te groot voor lage moordzucht zij?
Neen, hoon by roof gepleegd, moet meerder doen verwachten:
De Booswicht waar te dwaas, die 't slechts ten halve bleef.
Wie Vorstenhoon beging, voleindt met Vorstenslachten,
En rust van 't siddren niet, zoo lang zijn meester leef!
1785.
|
|