De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 8
(1858)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijAan Hertog Lodewijk van Brunswijk, over deszelfs verachting van de schotschriften, tegen hem verspreid wordende.Ga naar voetnoot*Wat lacht ge om 't woest geblaf der laffe broodpoëeten,
Die dag aan dag uw' naam bezwalken met hun gift?
Zy zijn verachtlijk, ja! en, wat ze zich vermeten,
Geen stervling die niet spot met hun belachbre drift.
Maar wacht u: 't is een stoet, door andren uitgezonden:
Zy oopnen slechts een Jacht, die op uw leven doelt.
Verwurg by d' eersten schreeuw die aangehitste honden,
Eer gy 't gespannen roer in borst en ribben voelt.
1782.
|
|