De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 6
(1857)–Willem Bilderdijk– AuteursrechtvrijGebed.Ga naar voetnoot*ô Vader, stortte ik vaak een zinnelooze klacht,
Waar 't eind slechts klacht van is en nutteloos beweenen;
Wil me eindlijk tranen die my vruchtbaar zijn, verleenen,
En scheur me uit 's warelds zucht en haar verleidingmacht!
Verhoor me, ô Vader; toon me, aan 't Kruis uws Zoons gebogen,
Een Vaderlijk, ja meer, een Godlijk mededogen!
Gy immers, wilt der zonde, en niet des zondaars dood:
ô Gcef my deel aan 't bloed dat slechts voor zondaars vloot!
Na Guarini, Madrig. 137-139.
1827.
|
|