De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 5
(1857)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij
[pagina 425]
| |
'T evangelie.Ga naar voetnoot*Ὁ ὰνεξιχνίαςος πλοῦτος τοῦ Χριςοῦ. Paulus. Ja, een balsem in het lijden
Is mijns Heilands Godlijk woord;
Zielsbemoediging in 't strijden;
Prikkel die tot ijver spoort;
In verlies, gemisvergoeding;
Zoete drang tot elken plicht;
Stelping by de hartebloeding;
Wandelstok ter valverhoeding;
Fakkel die in 't duister licht.
Toom en breidel voor de tochten;
Les en voorbeeld aller deugd;
Beuklaar voor den aangevochten';
Bron van reine zielevreugd;
Vaste regel onzer daden
Ieder oogwenk, nacht en dag;
Goed, dat alles doet versmaden,
Wat by 's warclds slijkdoorwaden
Schijnverkwikking bieden mag.
Zachte sussing aller zorgen
By het dreigen van den nood;
Rustig uitzicht op elk morgen;
Pijlverstomper van de Dood;
Streeling van 't ontwaakt Gewisse;
Voedsel waar de Hoop by leeft;
Steunsel der geheimenisse,
Losser die den warknoop slisse,
Waar 't verstand zich vast in weeft!
| |
[pagina 426]
| |
Wijk gy van my, slaap der zonden!
Zwicht, verdwaasde tuimellust!
In het bloed van Jezus wonden
Is uw vonkling uitgebluscht.
Zwijg, onzinnig lotbetreuren!
Jezus woord is my 't Heelal.
Laat my lijf en ziel verscheuren:
'k Zal het hoofd te Hemwaart beuren,
Wien ik eens aanschouwen zal.
1825.
|
|