De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 4(1857)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 411] [p. 411] Schijngrootheid. Zie de fiere Troonbezitteren, 't Hoofd met goud en eer bekranst, Van het gloeiend purper schitteren, En met aaklig staal omschanst. Zie hun dreigende oogen gloeien, 't Hart hun hijgen van den trots; En beschouw hun enge boeien Onder d'ijdlen vorstendosch! Hier drenkt wellust hen vergiften Uit den gouden' zwijmelkop; Daar drijft gramschap al hun driften In één woeste branding op: Droefheid foltert ze in heur banden; Vlotte hoop mat ze eindloos af. Slaaf van zoo veel dwingelanden, Vruchtloos voert ge een' konings staf! Libr. IIII. Metr. II. Vorige Volgende