De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 4(1857)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 398] [p. 398] Voorbereiding. Wilt ge een welig land bezaaien, Zuiver 't eerst van 't wilde kruid; Ruk de heesterwortels uit, Om den korenoogst te maaien. Zoeter is des bietjens zweet, Als men eerst in alsem beet. 't Starrenlicht heeft schooner luister, Na het bulderend geluid Van het regenbrengend Zuid'. Lucifer verjaagt het duister, Eer de schoone Dageraad Heur gespan ter heirbaan laat. Leer ook eerst het valsche kennen, En uw hals het juk ontwennen, Daar gy aan gekluisterd zijt; Dat ge dan met vrijer zinnen 't Ware goed moogt leeren minnen, Van beneveling bevrijd. Libr. III. Metr. I. Vorige Volgende