De dichtwerken van Bilderdijk. Deel 4(1857)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 395] [p. 395] Aardsche hoogheid. Wijdruchtig zijn de gruweldaden Des woestaarts, die, door broedermoord Tot moederslachting aangespoord, In Romens edelst bloed dorst baden. - Die, zelf van moeders bloed bemorst, In 't kille lijf, ontbloot voor de oogen, Door schrik noch tederheid bewogen, 't Verwelkte schoon waardeeren dorst. - Dit schrikdier, hoe van gruwlen dronken, Hield aan zijn' zetel vastgeklonken Wat volken Febus oog aanschouwt, Van daar hy 't eerst ten wagen steigert, Tot daar hem 't stralen wordt geweigerd Door 's warelds Westelijke zout; Met die, wie 't koude Noord doet trillen, En, die in 't altijd gloeiend zand, Waar 't blakerende Zuiden brandt, De krachten van hun lichaam spillen. Dan, wierd zijn dolle boezemdrift Door 't hooge staatsgezag gelenigd? - Neen: 't was met langzaam werkend gift 't Gereede moordstaal saamvereenigd. Libr. II. Metr. VI. Vorige Volgende