Avondschemering(1828)–Willem Bilderdijk– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 64] [p. 64] De Taalkennis. Laat Apen grijnzen, Honden bassen En grimmig Uilgebroedsel krassen, 'k Beklaag den wandlaar wien 't gekrijsch Verbijstert; maar hy stopp' zijne ooren, Een ieder schreeuwt toch op zijn wijs! Of lust hem, zottenklap te hooren, Hy stell' dien op den waren prijs. De weg is recht. Met kromme lanen Door kreupelhout een pad te banen, Is vruchtloos, by geopend spoor. Wat ezels door de ruigte zwieren En bulken bosch en heggen door; Laat u door ezels niet bestieren, Al doen zy zich als Leeraars voor. 1827. Vorige Volgende