Gedichten voor kinderen(1838)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Het onverdraagzame kind. Het wrevel kind, dat steeds krakeelt Wanneer het met zijn makkers speelt, - Dat alles naar zijn zin begeert, En orde en rust in onrust keert, - Dat trotsch en wederstrevig mort, Wanneer hem iets bevolen wordt, Dat zie ik met meêdoogen aan: Want zeker, 't zal hem kwalijk gaan! Hem schuwt het vredelievend kind, Dat braafheid, plicht, en deugd bemint; Men vraagt hem op geen kinderfeest, Om dat men voor zijn norschheid vreest: Met elken dag ontfangt hy straf, Waartoe hy telkens reden gaf; En nimmer is hy blij van hart, Want andrer vreugde baart hem smart. [pagina 24] [p. 24] Ook is hy nimmer opgeruimd, Om dat hy steeds zijn plicht verzuimt. En, wat nog meer dan alles is, Hy baart zijn Ouders droefenis. Want bitter is der Oudren pijn, Als kindren ongehoorzaam zijn; En nimmer wordt een kind geliefd Dat hun het hart door ondeugd grieft. Vorige Volgende