Gedichten voor kinderen(1838)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 15] [p. 15] Gerustheid. Wanneer ik my te slapen leg, En moeder neemt het kaarslicht weg, Dan schrik ik voor het duister niet, Om dat ik weet, dat God my ziet: Want hem, die steeds zijn plicht betracht, Bewaakt Hy door zijn Englenwacht. Waarvoor dan zoude ik zijn bevreesd? God is my steeds nabij geweest! Hy hoedt, waar menschenhulp niet baat; En nooit komt ons zijn zorg te laat. 't Zij middaglicht of duisternis, Steeds weet ik, dat Hy om my is; En dat zijn liefde wel voorziet, Dat my, zijn kind, geen kwaad geschied: Des doe ik blij mijn oogen dicht, En vraag niet naar het avondlicht. Vorige Volgende