De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3
(1860)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– Auteursrechtvrij
[pagina 595]
| |
Sir Philip Sidney.Ga naar voetnoot*Gewond, en onder duizend lijken,
Lag sidney op het oorlogsveld,
Maar, moest hy ook voor 't staal bezwijken,
Nog altoos onverwinbaar Held.
Die onmacht die zijn arm thands boeide,
Terwijl zijn gloriezoekend hart
Van onverzaadbre krijgsdrift gloeide,
Was 't onverduurbaarst van zijn smart.
Vermoeid en uitgeput van 't strijden,
Met koortsgloed blakende in zijn borst,
Verzwaarde zijn verbeten lijden
De prikkel der onleschbre dorst.
Hy vraagt den zijnen, om hem kermend,
Een waterdronk tot lafenis,
Die, ach! van niemand hoe ontfermend,
Voor goud noch schat verkrijgbaar is.
‘ô Mocht één enkle teug my laven!’
Roept nogmaals zijn verflaauwde stem;
En ijlings nadert een der braven,
Die zocht, en vond - en reikt ze hem.
Nooit werd in Barkaas heete zanden
Met blijder hart een wel ontdekt,
Als sidney thands zijn zwakke handen
Naar 't lang gewenschte bronnat strekt.
| |
[pagina 596]
| |
Reeds heeft hy 't naar zijn mond geheven,
Wanneer hy 't oog ter aarde slaat,
Gewis, om stillen dank te geven,
Aan Hem, die nooit den mensch verlaat.
Daar treft zijn oog een stervend' strijder,
Die, onaanzienlijk en gering,
Met menig half bezweken lijder,
Van zwakheid en gebrek verging.
Dees sloeg zijn haast verstijfde blikken
Zoo gretig naar die waterdronk,
Als of zy onder stervenssnikken
Het vlottend leven wederschonk!
De dappre sidney ziet dat smachten,
En, hoe de dorst hem hijgen doe,
Hy reikt als met vernieuwde krachten
Den stervende die laafdrank toe!
‘U, zegt hy, zij dees teug geschonken,
Waar stervensnood U recht op geeft.’
En naauwlijks was zy uitgedronken
Of de arme strijder dankt, en sneeft.
|
|