De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 3
(1860)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– Auteursrechtvrij
[pagina 394]
| |
Aan den weleerwaarden heer J. Van der Zandt,
| |
[pagina 395]
| |
Gy getrouwe Woordverkonder,
IJvrig dienstknecht van uw God,
Mocht een lange reeks van jaren
In zijn dienst zien henenvaren!
Hoe bevoorrecht, zulk een lot!
Driemaal tien en negen malen
Heeft de zon haar loop voltooid,
Sints gy onder Gods geleide
Dees zijn Lamrenkudde weidde,
En haar 't levensvoedsel strooit.
Wel te recht zij God geprezen
Die u 't brooze leven spaart!
Meer dan alle grootheid heerlijk,
Boven alle schat begeerlijk,
Is uw dienstwerk hier op aard.
ô Gy, God van louter goedheid,
Spaar dien adem, kan het zijn,
Die uw waarheid rein verkondigt,
En het bloed dat ons ontzondigt
Roemt als zielenmedicyn!
Spaar hem voor die kleine kudde,
U gekocht door Jezus bloed;
Doe haar 't voorrecht recht waardeeren,
Dat zy 't woord der waarheid leeren
Dat ten hemel leiden moet!
Doe haar die genâ beseffen,
Groot en onverdiend, gewis!
Dat de leeraars, haar gegeven,
Niet naar de ijdle wijsheid streven
Die daar boven, dwaasheid is:
| |
[pagina 396]
| |
Dat zy 't arme zondaarsharte,
Steeds voor trots en zelfzucht bloot,
Geen bedriegerijen schouwen,
Op geen zandgrond leeren bouwen,
Maar op 's Heilands offer dood.
En blijf gy, ô Sions wachter,
In de u aanbetrouwde post
's Heeren volk nog lang verblijden,
Leer 't aan Hem het hart te wijden,
Die van zonde en hel verlost.
Lach de thands gevierde morgen
Gade en kroost, en vriend, en kerk,
Telkens tot vernieuwden zegen
U nog lang op de aarde tegen,
In de kracht des Hoogsten sterk!
En ontfang van ware vrienden,
Wien uw omgang, als uw leer,
Met oprechte zucht vervulde,
Deze 't hart ontwelde hulde,
Hem, Die voor ons leed, ter eer'!
Haarlem,
11 November, 1827.
|
|