De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 2
(1859)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– AuteursrechtvrijWilt gylieden ook niet weggaan?
| |
[pagina 381]
| |
Maar Gy-alleen zijt machtig, my
Rampzaalgen zondaar, aan uw zij'
Het pad des heils te doen bewaren.
Tot wien, of waar, in mijne ellend
Den voet om redding heen gewend,
Zoo ik 't gelei uws arms liet varen?
Waarheen - keerde ik my van U af
Dien God my tot behoudnis gaf?
Gy zijt de Kristus, die beloofde,
Die bloedde voor mijn schuld, en stierf,
Het eeuwig leven my verwierf,
En me aan des afgronds boei ontroofde. -
Geen mensch of Englenbystand kon
My baten. By de Liefdebron
Alleen staat my behoud te hopen.
Niets komt me in mijne ellend te stâ
Dan deze Welbron van Genâ,
Door Jezus sterven voor my open!
Mijn ziel heeft rust in 's Heilands stem:
Ik werp mijn zorgen vrij op Hem:
Zijn liefde-alleen kan zalig maken!
Zy, zy-alleen verrukt het hart,
En doet my in dit dal van smart
Reeds Hemelsche genieting smaken.
ô Heiland! weet ik wat ik waag,
Wanneer ik andwoorde op die vraag
Die 't hart des Kristens moet doen beven!
Maar neen: ik andwoorde U gerust,
Van uwen onderstand bewust:
Neen, Heer! ik zal U nooit begeven!
Uit de ‘Olney Hymns’.
|
|