De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 2
(1859)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– Auteursrechtvrij
[pagina 382]
| |
Het gevaarlijk uitstel.Ga naar voetnoot*De dwaas zegt, 'k heb nog tijd genoeg
Om aan de dood of 't graf te denken:
De Wijze zegt, 't is nooit te vroeg,
Want alles hangt aan 's Hemels wenken.
Het roosjen dat in de uchtend prijkt,
Kan nog eer de avond daalt, verflensen:
Geen bloem, die voor een bui bezwijkt,
Is brozer dan wy zwakke menschen.
Indien mijn wederstrevig hart
De roepstem smaadt van Gods genade,
Dan komt me, in 't zondennet verward,
Wellicht het naberouw te spade.
Ach! trok dan Jezus, tot mijn straf,
(Zoo ik Zijn woord versmade en wetten,)
Zijn reddende armen van my af,
En wilde op mijn berouw niet letten!
Wat, zoo ik die genâ verstiet,
Me in 's Heilands zoendood aangeboden;
En, Hy my aan my-zelve liet!
Waar-heen dan om behoud gevloden?
Dan zou het vruchtloos zijn geweend,
Met me om genâ tot God te keeren;
Ach! laat elk uur, my hier verleend,
Besteed zijn om mijn Schepper te eeren.
Uit het Engelsch.
|
|