De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 2
(1859)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– AuteursrechtvrijGods alwetendheid.Ga naar voetnoot*Uw oog, ô God, is niets verholen,
Gy geeft op onze wegen acht.
Vergeefs houdt de ondeugd zich verscholen,
En steunt op duisternis en nacht.
Gy leest uw kindren in de zielen,
En teekent elke misdaad aan;
Straks volgt de straf hun op de hielen
Die veilig wanen voort te gaan.
Geen ondeugd wordt er ooit bedreven,
Geen zondig woord ontglipt den mond,
Dat niet door U wordt aangeschreven,
Daar Gy uw straf niet aan verbondt.
Een-, eenmaal zult Gy 't openbaren,
Wat hier den Zondaar dacht bedekt,
Als Gy de heilgen zult vergaâren
Door Jezus roepstem opgewekt.
| |
[pagina 372]
| |
Ontbloot ge ook dan mijn zondevlekken
Voor 't oog van heel uw Englenstoet,
Dan zullen bergen my niet dekken;
Dan baat geen wroegings tranenvloed!
Ik stort my voor uw throon, ô Vader!
En durf het oog niet op U slaan;
Breng Gy me in Jezus tot U nader,
En neem my in ontferming aan!
Laat, laat des Heilands smartlijk lijden
Voor my niet vruchtloos zijn geweest;
Maar wil my om Zijn bloed bevrijden,
En leiden door Uw Heilgen Geest!
Het bloed zij niet vergeefs gedropen
Dat Jezus voor mijn schuld vergoot,
Maar stell' den Hemel voor my open,
En leve ik door mijns Heilands dood!
ô Werk in my door uw genade!
Niets kan ik door mijn zwakke kracht.
Stort Gy my afkeer in van 't kwade,
En hou op al mijn daden wacht!
Doe my U boven al beminnen,
Om Jezus wil, en naar Zijn leer
De neiging tot het kwaad verwinnen;
En, leve en sterve ik U ter eer!
|
|