De dichtwerken van vrouwe Katharina Wilhelmina Bilderdijk. Deel 2
(1859)–Katharina Wilhelmina Bilderdijk-Schweickhardt– Auteursrechtvrij
[pagina 107]
| |
Nancy en Walter.Ga naar voetnoot*‘Schrei niet, lieve, teêrgeliefde!
Scheur my 't hart niet door die traan!
Ras, ras zien we elkander weder;
En dit hart bemint u teder:
Eeuwig zal het voor u slaan.
Schoon ik ook den streek verlate
Waar mijn Nancy adem haalt,
Steeds zal haar mijn ziel omzweven:
'k Zweer voor haar alleen te leven,
Die mijn teêrsten wensch bepaalt.’
‘Dus zwoer Walter (ô wat veinzaart!)
Aan het voorwerp van zijn min.
Walter (snikt zy,) zoo uw harte
Me ooit ten prooi' laat aan mijn smarte,
Dan, dan moordt ge uw hartvriendin!
Jaag, ô jaag dan, eer wy scheiden,
My een dolk ten boezem in!
Walter! - Walter, zoo uw harte
My ten prooi' laat aan mijn smarte,
Dan vermoordt ge uw hartvriendin!
Walter, zoo een ander meisjen
Ooit uw keus berouwen deed...!
Zie me op 't denkbeeld zelfs verbleeken!
God, zou zulk een gruwel wreken.
Ach, dat gy my nooit vergeet!
| |
[pagina 108]
| |
ô Mijn Walter!’ (sprak ze, en bloosde,
Daar zy hem in de armen zonk,
En langs stamelende lippen
't Langverheeld geheim liet glippen;
Daar haar oog in tranen blonk!)
‘Voelt gy 't welk een band ons ketent?
Ach, zoo gy my thands begeeft!’
Walter voelde 't en ontroerde! -
Daar geen liefdeband hem snoerde,
Is het wonder zoo hy beeft?
Hy, die, niets dan eerzucht voedend,
Slechts naar rang en schatten haakt,
Deed door gruwbre veinzaarts eeden
't Voorwerp in een afgrond treden,
Dat zoo teder voor hem blaakt! -
Nancy! ach, gy zijt verloren!
Zie, ô zie des valschaarts oog.
Doet het u niet rugwaarts deinzen? -
Maar uw boezem kent geen veinzen.
Dubbel wreed, die U bedroog!
Nog lag Nancy, 't hoofd gebogen
Op de borst die haar verried.
Spraakloos hangt zy hem in de armen.
Zoek hier liefde noch erbarmen,
Droeve! Walter kent die niet!
‘Zucht niet, ween niet, lieve Nancy,
Roept de Wreedaart eindlijk uit;
Ach, wat scheuren rang en schatten,
Die voor my geen heil bevatten,
My zoo gruwzaam van mijn bruid!
| |
[pagina 109]
| |
Zucht niet, ween niet, lieve Nancy,
Gy bezit mijn hart alleen!
Zoo geen dwang mijn lot bepaalde,
Eer de morgenzon nog straalde,
Strengelde ons de Trouw tot één. -
Kon ik u mijn hand slechts bieden,
ô Hoe vreugdig bood ik ze aan!
Maar.... Vergeef! de teêrste liefde
Die ooit Minnaars boezem griefde,
Deed my trouw en plicht verraân.
De onverbidbre wil eens Vaders
Drong me een rijke Lady op.
Haar moest ik mijn hand beloven,
En me u, Dierbre, zien ontrooven!
Dit, dit voert mijn ramp ten top!’
Langzaam boog de droeve Nancy
't Hoofd uit Walters arm om hoog:
Roerloos bleef zy op hem staren;
En een blik vol zielsbezwaren,
Schoot een nevel voor haar oog.
Ach, hoe treffend was dat zwijgen!
Schetsen woorden zulk een smart? -
Zie haar oog, dat dreigt te breken:
Zie haar mond met lood bestreken: -
Dit's de taal thands van haar hart!
Walter ziet haar als versteenerd,
En valt schreiend haar te voet.
‘Nancy schouw met deernis neder;
'k Geef de rust van 't hart u weder,
Ja... ten koste van mijn bloed!
| |
[pagina 110]
| |
Eisch vrij wat uw hart kan wenschen.
'k Sta u half mijn rijkdom af!
Schenk een' waardiger die liefde,
Die ons beider hart zoo griefde;
En zij dit uw Walters straf!
Randolf mint u, lieve schoone;
Hy biedt hart en hand u aan:
Laat zijn liefde uw hand verwinnen,
Blijve uw hart slechts Walter minnen!
Zoo is alle leed te ontgaan.
Wat, wat kunt gy meerder wenschen,
'k Sta u half mijn rijkdom af!’ -
Hier vond Nancy d'adem weder.
‘Wreedaart (roept ze) ik minde u teder,
Geef my voor mijn liefde 't graf!
Waan niet, dat een hand vol schatten,
Ja, 't Heelal volstrekken zou,
Om één enklen traan te droogen,
Dien de liefde wringt uit de oogen
Van een wreed versmade Vrouw!
Valschaart! - ga, ontvlied mijn blikken,
Hebt gy deernis met mijn staat!
'k Voel, mijn weedom kent geen palen.
Ga, Vervloekte, uw hart verstalen,
Als uw Nancys doodklok slaat!’
Walter sloeg het oog ter aarde;
Siddrend stal hy zich daar heen.
Hier scheen Nancy 't hart te breken. -
De adem was haar borst ontweken,
Zy, de beeltnis van een steen.
|
|