De Gemeenschap
(1986)–Theo Bijvoet, S.A.J. van Faassen, Kees Nieuwenhuijzen, Harry Scholten– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 75]
| |
Redactie: Louis de Bourbon, Antoon Coolen, Anton van Duinkerken, Jan Engelman, Marnix Gijsen, A.J.D. van Oosten en Jan Vercammen.
| |
[pagina 76]
| |
wat kromgewerkt voor te stellen, vliegt buiten, zooals de Vlaming zegt.’ Net zoals bij Van Duinkerken is bij hem naast zijn engagement een gerichtheid op tijdloze waarden te vinden. Dit blijkt bv. uit zijn gedicht De engel (afl. 1, januari) waarvan de laatste strofe luidt: ‘Alle vleesch gaat in de asschen / tot geen bloem meer op wil wassen - / maar Uw ster heeft mij bewaard / voor de lichtste rozengaard / eeuwig veilig, eeuwig vrij, / eeuwig stil en God nabij.’ Het rapport Onderzoek omtrent wijzigingen van ons Staatsbestel, waaraan een aantal RKSP-bonzen als C.P.M. Romme, C.M.J.F. Goseling en H.A.M.T. Kolfschoten had meegewerkt, wordt in oktober kritisch besproken door O. Leyendekkers. Hij betreurt het dat het rapport in te geringe mate het democratisch principe van ons staatsbestel aantast en daardoor nauwelijks een stap kan zijn in de richting van het staatkundig ideaal der katholieken, waarmee hij doelt op het corporatisme. D. van Deurne bekommert zich in een bijdrage, getiteld Gekooide christenheid (afl. 12, december), om de naar zijn mening nog steeds te zwakke positie der katholieken in de maatschappij. Lambert Simon in zijn atelier op de Oude Gracht 55, begin 30er jaren.
Paul Vlemminx, ca. 1936.
Niet alleen de binnenlandse (katholieke) actualiteit krijgt aandacht, ook de buitenlandse ontwikkelingen worden in de rubriek Uitzicht regelmatig becommentarieerd, en dan met name de Spaanse Burgeroorlog. Het bombardement van Guernica is volgens de redactie ‘een ten hemel schreiende wreedheid, waarvoor geen excuus is aan te voeren.’ De redactie heeft zich ‘diep geërgerd aan de houding der katholieke bladen in ons land, vooral de Maasbode, die eenvoudig meedeelden, dat die vermaledijde Rooden hun eigen stad in brand hebben gestoken... De blinde partijzucht dooft het menschelijk mededoogen.’ (afl. 6, juni). De redactie kiest overigens geen partij: ‘Welke van beide kampen hier ook de overwinning behaalt, na wie weet hoeveel tijd en menschenlevens, de haat van de andere partij zou erdoor gefixeerd worden. De eenige uitweg die hier gevonden kan worden, is die van een verzoening, waarbij het Spaanse volk zelf zijn weg kiest. Hoe die verzoening tot stand komt, doet niet terzake. Om wille van het Christendom is zij noodzakelijk.’ (afl. 10, oktober). De jaargang bevat betrekkelijk weinig interessante poëzie- en prozabijdragen. Saillant is de ruime aandacht voor Vlaamse literatuur. Zo schrijft D.A.M. Binnendijk een omvangrijk opstel over Maurice Gilliams, ‘den subtielen dichter der eenzaamheid en der teleurstellingen [...] die terzijde van de goedkoope actualiteit, afkeerig van het stompzinnig rumoer, in een nobele isolatie en zelfbewust individualisme zijn ziel laat richten door de diepe stroomen.’ (afl. 3, maart). V.l.n.r.: Joseph Roth, Frans Hannema, Charles Nypels, Charles Roelofsz, Joop Sjollema en Maurits Mok in een café te Amsterdam, midden 30er jaren.
De novemberaflevering is een ‘Vlaams nummer’ dat goeddeels gevuld is met bijdragen van jongere Vlaamse auteurs als André en Gabrielle Demedts, Marcel Matthijs en Jan Vercammen, allen medewerkers van het opgeheven tijdschrift De Tijdstroom. | |
[pagina 77]
| |
De aandacht voor beeldende kunst, architectuur, film en toneel is beperkt te noemen. Talloze houtsnedes en tekeningen van o.a. Jozef Cantré, Charles Eyck, Leo Gestel, Dolf Henkes en Lambert Simon illustreren de jaargang. Handschrift van Anton van Duinkerkens bijdrage aan de maartaflevering.
V.l.n.r.: Anton van Duinkerken, Herman Rutters en Jan Engelman op het terras van café Scheltema te Amsterdam, 1935.
Portret van Anton van Duinkerken door Mies Blomsma, juli 1937 (Mevr. L. Asselbergs-Arnolds, Nijmegen).
Door Henk Wiegersma getekend omslag voor de maartaflevering.
| |
[pagina 78]
| |
Tijdens de promotie van Gerard Wijdeveld aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam; links van hem Anton van Duinkerken, rechts zijn collega Joan Kat, 1937.
Omslag van het Vlaanderennummer dat als novemberaflevering verschijnt met een omslag door Jozef Cantré.
Henk Wiegersma, begin 30er jaren.
Brief van C. Vos aan Jan Vercammen over het Vlaanderennummer, 1 juli 1937 (Stichting Jan Vercammen, Brugge).
| |
[pagina 79]
| |
Brief van Marnix Gijsen aan Jan Vercammen over de inhoud van het Vlaanderennummer, 22 september 1937 (Stichting Jan Vercammen, Brugge).
Portret van Martien Beversluis door Nans Amesz, 1930.
Marnix Gijsen, ca. 1936.
|
|