De Gemeenschap
(1986)–Theo Bijvoet, S.A.J. van Faassen, Kees Nieuwenhuijzen, Harry Scholten– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 71]
| |
Redactie: Louis de Bourbon, Antoon Coolen, Anton van Duinkerken, Jan Engelman, Marnix Gijsen, A.J.D. van Oosten en Jan Vercammen.
| |
[pagina 72]
| |
Spaanse filosoof José Bergamin, die het tot zijn taak rekent om als ‘vigilant katholiek, het monsterverbond der Kerk met de machtigen dezer aarde te critiseren’. De redactie onthoudt zich van een exacte standpuntbepaling ten aanzien van de actuele gebeurtenissen in Spanje, maar formuleert wel: ‘Dat men den Spaanschen Burgeroorlog niet klakkeloos vereenvoudigen mag tot rechts is Rome, links is Moskou, en dat deze oorlog mede werd veroorzaakt door kerkelijke wantoestanden, die wij niet slechts te betreuren, maar ook te veroordelen hebben.’ Anton van Duinkerkens Mentaliteit 1936 is als verantwoording van deze jaargang te zien (afl. 1, januari): hij spreekt zich hierin duidelijk uit tegen nationaal-socialisme en anti-semitisme: ‘Niemand zal ontkennen, dat er in den loop van de eeuwen veel is ondernomen tegen de Joden, doch het is nog nooit voorgekomen, dat men de vijandschap tegen Joden als een voorwaarde stelde tot de aanhankelijkheid aan eenig positief beginsel, of wat zich hiervoor uitgaf.’ Portretbuste van Joep Nicolas door Suzanne Nicolas-Nys, 1934.
Handschrift van Anton van Duinkerkens Katholicisme en Nationaalsocialisme.
In dit jaar publiceert hij ook de brochure Katholicisme en Nationaalsocialisme voor het Comité van Waakzaamheid van anti-nationaalsocialistische Intellectuelen, dat hij dan mede onder dwang van de kerkelijke autoriteiten inmiddels al heeft moeten verlaten. Van Oosten keert zich in de Kroniek. Maatschappelijk leven (afl. 1, januari) tegen Colijns economische crisis-politiek: ‘Is de heer Colijn zoo weinig Hollander, waterlander, dat hij niet weet, hoe men in het moeras geraakt zijnde, daaruit wel allerminst kans op redding heeft door terugkeer langs den heenweg? Er moeten redders komen met touwen en planken; er moet mechanisch in het proces der verzinking ingegrepen worden en wat daarbij degene mist die wegzinkt (de arme), moet daartoe verstrekt worden door den bezitter van die touwen en die planken ... om in de beeldspraak van den heer Colijn te blijven. Met het aangeven van een methode, waarbij de redding aan den ongelukkige zelf wordt overgelaten, toont deze schrijver de glanzende beteekenis van het woord “Ben ik mijns broeders hoeder” meteen alweder krachtig te hebben verstaan!’ Omslag van Anton van Duinkerkens brochure voor het Comité van Waakzaamheid van anti-nationaalsocialistische Intellectuelen, 1936.
Omslag van de afzonderlijke uitgave van Anton van Duinkerkens brochure Wordt Nederland een tweede Spanje?, die oorspronkelijk als bijlage bij de decemberaflevering van De Gemeenschap was gevoegd.
| |
[pagina 73]
| |
In afl. 10 (oktober) herdenkt Engelman de zopas overleden J. Slauerhoff. Poëzie neemt in deze jaargang niet een prominente plaats in. Vermeldenswaard zijn, naast de bijdragen van de vaste medewerkers als Leo Boekraad, die van Maurits Mok (afl. 1, januari), Paul de Vree (afl. 4, april), Jan Campert (afl. 4, april), het debuut van Bertus Aafjes (afl. 6, juni) en Bert Bakker (afl. 11, november). Gabriël Smit, ex-redacteur van De Nieuwe Gemeenschap, keert terug in de moederschoot (afl. 12, december). Proza neemt een bescheiden plaats in. Opmerkelijk is het verhaal Eric van Veen's angstige leven van dichter Louis de Bourbon in afl. 5 (mei) t/m afl. 7-8 (juli-augustus) en in afl. 1 van 1937. De vloed van artikelen over beeldende kunst lijkt afgenomen. Anton van Duinkerken (rechts) met José Bergamin voor het Centraal Station te Amsterdam, ca. 1936.
Bijdrage door Anton van Duinkerken aan De Groene Amsterdammer van 15 augustus 1936.
| |
[pagina 74]
| |
Handschrift van J.W.F. Werumeus Bunings bijdrage aan de septemberaflevering.
Marnix Gijsen, midden 30er jaren.
Portret van Jan Engelman door Charley Toorop, 1936 (Mevr. E.W.P.C. Jurgens-Engelman, Rotterdam).
Brief van A.J.D. van Oosten aan Jan Vercammen, 29 november 1936 (Stichting Jan Vercammen, Brugge).
|
|