De Gemeenschap
(1986)–Theo Bijvoet, S.A.J. van Faassen, Kees Nieuwenhuijzen, Harry Scholten– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 64]
| |
Redactie: Louis de Bourbon, Antoon Coolen, Anton van Duinkerken, Jan Engelman en A.J.D. van Oosten.
| |
[pagina 65]
| |
Brief van Ed. Hoornik aan Jan Engelman, 12 juni 1934.
Spotvers op A. den Doolaard en Albert Kuyle door Cola Debrot in de maartaflevering van 1934 van het tijdschrift Forum.
Portret van Bernard Verhoeven door Sef Sniedt, begin 30er jaren.
Halbo C. Kool, midden 30er jaren.
Omslag van Jan Engelmans verzenbundel Tuin van Eros en andere gedichten die in 1934 bij Em. Querido's Uitgevers Maatschappij te Amsterdam verschijnt.
Sybold van Ravesteyn, ca. 1940.
| |
[pagina 66]
| |
noodzakelijk om deze weg nog eenmaal te verduren. Nog éénmaal: opdat het eindelijk en ten langen leste duidelijk zou zijn waarom wij hebben geprotesteerd, niet alleen tegen deze geestelijke schimmelziekte, maar vooral tegen de aanvaardende lafheid en de karakterloosheid er rondom.’ Louis de Bourbon, ca. 1934.
Jan Vercammen, augustus 1935 (Foto: Johann Vanderschaeghe).
In deze jaargang valt een sterke nadruk op het politiekmaatschappelijk engagement. Dat engagement blijkt onder meer uit een aantal bijdragen van de voorzitter van de Stichting De Gemeenschap, prof.mr. W.P.J. Pompe. In afl. 11 (november) culmineert dit engagement in een - overigens al onder de oude redactie voorbereid - eigen Sociaal beginselprogram: ‘Wat wij beoogen is: de beginselen op natuurlijk gebied - door den Schepper als natuurwetten in de schepping neergelegd - opnieuw in het volle licht te plaatsen, voorzoover zij de samenleving der menschen betreffen. Of is een andere kwaal oorzaak van de heerschende wanorde dan het gebrek aan stelsel, maat en beginsel, waaraan onze tijd lijdend is? Zóó dus - door de natuurlijke beginselen als programma te stellen - hopen wij tot een eenheid te vormen allen, die oprecht en krachtig naar herstel streven, onverschillig welken bovennatuurlijken godsdienst zij belijden.’ Omslag van Louis de Bourbons verzenbundel In extremis die in 1934 met tekeningen door Charles Eyck bij A.A.M. Stols te Maastricht verschijnt.
Het Sociaal beginselprogram wordt tegelijkertijd in Roeping en in het tijdschrift Bouwen gepubliceerd. In het opstel Overgebleven uit de verdrukking in afl. 7 (juli) schrijft Van Duinkerken over het verschijnsel van de onvolwassen zelfgenoegzaamheid in de wereld van de rooms-katholieke wetenschap en kunst. In afl. 10 (oktober) zet Van Duinkerken zich in Rijksbisschop Ludwig Müller af tegen deze ‘kerkelijke stroopop van Hitler’; in het verlengde van dit artikel ligt zijn openingsbijdrage in afl. 12 (december) De christen als getuige over de gereformeerde theoloog Karl Barth. Naast deze algemeen-beschouwende bijdragen richt Van Oosten zich meer op de actualiteit, de alledaagse werkelijkheid; wat dit betreft neemt hij Albert Kuyle's rol enigszins over. Brief van Louis de Bourbon aan Jan Vercammen over de achtergronden van zijn toetreden tot de redactie, 19 juni 1935 (Stichting Jan Vercammen, Brugge).
In het kielzog van Engelman stroomt ook een aantal niet-katholieke dichters de kolommen van De Gemeenschap binnen. Naast gevestigde dichters als J.C. Bloem (afl. 1, januari), Bernard Verhoeven (afl. 4, april), A. Roland Holst (afl. 5, mei) en Martinus Nijhoff (afl. 12, december), publiceren onder anderen Gaston Burssens (afl. 1, januari), D.A.M. Binnendijk (afl. 2, februari), Freek van Leeuwen (afl. 3, maart), Jan H. Eekhout (afl. 5, mei), Halbo C. Kool (afl. 6, juni), Forum-medewerker Man Arnet (ps. van A.J.A. Etman) (afl. 8, augustus) en Jan Vercammen (afl. 9, september) in het tijdschrift. De afwezigheid van Jac. Schreurs is opvallend; zijn poëzie verschijnt voorlopig in De Nieuwe Gemeenschap. F. Bordewijk publiceert het grootste gedeelte van zijn roman Bint (juli-november). Wouter Paap schrijft in deze jaargang veel over muziek. Over toneel schrijven o.m. Chr. de Graaff en F. van | |
[pagina 67]
| |
Oldenburg Ermke (ps. van F.A. Brunklaus). Moïssy Kogan (rechts) en Henk Wiegersma, 1932.
Engelman schrijft regelmatig over beeldende kunst, o.m. over de beeldhouwer Moïssy Kogan (afl. 4, april), aan wie hij dit jaar een cahier van De Vrije Bladen wijdt, over Dick Ket (afl. 2, februari), en over A.C. Willink (afl. 10, oktober). Aandacht voor architectuur is er na een lange onderbreking van Sybold van Ravesteyn, voor film door Van Oosten. Nieuw is de rubriek Uitzicht, gewijd aan buitenlandse politiek, een onderdeel van de Kroniek. Omslag van F. Bordewijks Bint, Roman van een zender die in 1934 bij uitgeverij De Gemeenschap verschijnt.
|
|