De Gemeenschap
(1986)–Theo Bijvoet, S.A.J. van Faassen, Kees Nieuwenhuijzen, Harry Scholten– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 56]
| |
Redactie: Anton van Duinkerken, Henk Kuitenbrouwer, Albert Kuyle, A.J.D. van Oosten en Antoon Coolen.
| |
[pagina 57]
| |
Martin Bruyns, begin 30er jaren.
Vignet door Otto van Rees in de mei-aflevering.
Bericht over een rechtszaak tegen Albert Kuyle en A.J.D. van Oosten in De Maasbode van 6 september 1933 Ocht. Beiden werden overigens vrijgesproken.
Omslag van de februari-maartaflevering met een houtsnede door Jozef Cantré.
W.P.J. Pompe, ca. 1933.
Uitnodiging voor een bijeenkomst ter voorbereiding van het in 1934 gepubliceerde Sociaal beginselprogram, 11 april 1933.
| |
[pagina 58]
| |
raciale discriminatie bepleit, verschijnt in 1933 als brochure bij De Gemeenschap. Opmerkelijk zijn ook twee anti-militaristische bijdragen (januari en februarimaart) van J.A. Wijnhof die oproept tot een Roomsch Front! ‘tegen den dreigenden oorlog’. Zijn stukken ontlokten aan de censor een naschrift waarin deze stelt dat een beslissing in dit soort kwesties toekomt ‘aan den oppersten Herder der Christenen’. Henri Jonas (links) en Albert Kuyle.
De negende jaargang bevat talloze poëzie-bijdragen van A.J.D. van Oosten die overigens ook diverse prozastukken bijdraagt. Verder is er poëzie van M. Mok, Chris de Graaff, Pierre Kemp, Martin Bruyns, Gaston Burssens, Anton van Duinkerken, Eric van der Steen (bijv. Ballade van de armoedzaaiers in afl. 2-3, febr.-maart) en van Henk Kuitenbrouwer wiens polemische kwatrijnen opvallen (juli). Het vierde kwatrijn Poesie pure getiteld en opgedragen aan Jan Engelman luidt als volgt: Charles Eyck (links) met zijn leerling Harrie Sterk, ca. 1933.
‘Hij zingt zo elyseïes en onttogen,/Zijn klaar geluid kent duisternis noch logen./Zie scherper toe: tussen de bloesems in/Hangt hij - hoe puur! - zijn vuile was te drogen.’ Jan Engelman had het reeds eerder moeten ontgelden, want in de april-aflevering wijdt Henk Kuitenbrouwer een polemische Hagel-bijdrage aan hem. F. Bordewijk publiceert in de januari-aflevering het slot van de novelle Knorrende beesten dat in hetzelfde jaar nog bij uitgeverij De Gemeenschap in boekvorm zal verschijnen. Verder is er proza van Albert Kuyle die fragmenten van zijn romans Jonas (januari) en Harten en brood (augustus-september) voorpubliceert, van Anton van Duinkerken die zijn publicatie van Rolandus' bedevaart in diverse afleveringen voortzet, en van Antoon Coolen die niet alleen proza bijdraagt, maar ook toneel: Kinderen van ons volk (augustus-september). De 9e jaargang bevat vele fraaie vignetten van Jozef Cantré, Charles Eyck, Harrie Sterk en L. Simon. Omslag van Albert Kuyle's crisisroman Harten en brood die in 1933 met een bandontwerp door Haime Colson bij Paul Brand te Hilversum verschijnt.
F. Bodewijks Knorrende beesten dat in 1933 bij uitgeverij De Gemeenschap verschijnt.
Vignet door Charles Eyck in de augustus-septemberaflevering.
Fragment van Albert Kuyle's Jonas dat in 1934 bij Paul Brand te Hilversum zal verschijnen (Koninklijke Bibliotheek, Den Haag).
| |
[pagina 59]
| |
Handschrift van een spotvers op Henk Kuitenbrouwer door Jan Engelman, 1933.
Antoon Coolen, ca. 1933.
M. Mok, ca. 1940.
Brief van Jan Engelman aan Louis de Bourbon betreffende het spotkwatrijn door Henk Kuitenbrouwer, 6 augustus 1933.
|
|