De Gemeenschap
(1986)–Theo Bijvoet, S.A.J. van Faassen, Kees Nieuwenhuijzen, Harry Scholten– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 39]
| |
Redactie: Jan Engelman, Henk Kuitenbrouwer, Willem Maas, Lou Lichtveld, C. Vos, en Anton van Duinkerken.
| |
[pagina 40]
| |
Handschrift van Mien Proosts Kleine verzuchtingen (Koninklijke Bibliotheek, Den Haag).
H. Marsmans bijdrage aan de november-decemberaflevering.
Illustratie door Charles Eyck voor Albert Helmans Hart zonder land dat in 1929 bij uitgeverij De Gemeenschap verschijnt.
Vic Reinders, ca. 1938.
Erich Wichman (links) en C. Vos wandelend op het Vredenburg te Utrecht.
| |
[pagina 41]
| |
ren, maar formuleert tevens enig voorbehoud: ‘Maar de vredespijp die pater Van Heugten ons rijkt [sic] is niet zoo goed schoongemaakt, dan dat wij er zalig en vergeten aan kunnen zuigen.’ In deze jaargang wordt door middel van enkele bijdragen van medewerkers de nadruk gelegd op het geloofsthema. J.C. van Schagen prijst in afl. 6 (juni) weliswaar De nieuwe mensch van Just Havelaar, maar benadrukt gelijktijdig de voosheid van het humanisme zonder God; Willem Nieuwenhuis publiceert in afl. 4 en 5 (april en mei) een omvangrijk, oorspronkelijk als rede voor de K.R.O. gehouden, essay over Pieter van der Meer de Walcheren: ‘Een Katholiek, in wien geen spoor van invloeden en gevolgen der “Hervorming” te vinden is, en die een model wordt, naar wiens beeld en gelijkenis we de jonge Katholieken van den Dietschen stam [...] zouden willen boetseeren.’ Gerard Bruning is onderwerp van discussie tussen Jos. Verjans en Jan Engelman in afl. 6 (juni). Is de toon van de Hagel-rubriek polemisch, ook de poëzie in deze jaargang draagt vaak een polemisch karakter. In afl. 2-3 (febr.-maart) publiceert Henk Kuitenbrouwer enkele Kritische kwatrijen, o.m. gericht tegen Dr. H.W.E. Moller en Albert Helman. Van Duinkerken schrijft een spotvers in afl. 7-8 (juli-augustus) op de gevierde redenaar pater Borromaeus de Greeve, die met ‘de mannen der kleine Gemeenschap’ had gespot, en Mien Proost een Aftelrijmpje in afl. 9 (september) waarin hij de draak steekt met A. Roland Holst, Martinus Nijhoff en J.C. Bloem. Afscheidsbijeenkomst ter gelegenheid van het vertrek van Pieter van der Meer de Walcheren naar Parijs als directeur van uitgeverij Desclée de Brouwer, 1929. Voorste rij, v.l.n.r.: Willem Maas, ?, Jan Engelman, Willem Nieuwenhuis, Pieter van der Meer de Walcheren, Christine van der Meer de Walcheren, Anne-Marie van der Meer de Walcheren, Herman de Man. Tweede rij: H. van Haastert, Gerard Wijdeveld, Bernard Verhoeven, C. Vos, Albert Helman, Tono Maas-Bonebakker, G.C.J.D. Kropman, ?, Anton van Duinkerken, Gerda Coolen-de Jong, Henk Kuitenbrouwer, Antoon Coolen, Albert Kuyle, Gerard Knuvelder, ?, ?, Max van Poll, ?, ?, Otto van Rees, ?, T. Trip. Achterste rij: wschl. Wim van Rossum, ?, ?, wschl. Kees Meekel.
Opvallend is de aanwezigheid van Gerrit Achterberg met twee verzen in afl. 11-12 (november-december). In afl. 7-8 (juli-augustus) begint Vic. Reinders zijn medewerking met het vers Nacht. Van J.C. Bloem verschijnt in afl. 7-8 (juli-augustus) een boekbespreking van Erich Maria Remarque's oorlogsroman Im Westen nichts Neues: ‘Het boek van Remarque dankt zeker negentig procent van zijn succes aan volkomen extralitteraire overwegingen, n.l. pacifistische e.d.’, waarin Bloems elders gevoerde polemiek met Just Havelaar doorklinkt. Portret van Albert Helman door Otto B. de Kat, ca. 1929 (Mevr. C. van Vliet-Lichtveld, Amsterdam).
Het proza in deze jaargang onderbedeeld. Albert Kuyle publiceert twee fragmenten (januari en februari-maart) van de niet voltooide roman Vuur. Opmerkelijk is het verhaal Naamloos in afl. 7-8 (juli-augustus) door Kees Meekel, in 1924 door Gerard Bruning als verreweg de grootste belofte onder de rooms-katholieke prozaschrijvers genoemd. In afl. 6 (juni) beschrijft Jan Engelman Interieurs van Sybold van Ravesteyn. | |
[pagina 42]
| |
Diner ter gelegenheid van het eerste lustrum van De Gemeenschap, 18 januari 1930. Zittend om de tafel v.l.n.r.: Paul Brand Sr., Piet Witteman, ?, ?, Willem Pompe, Hendrik Andriessen, G.C.J.D. Kropman, Albert Kuyle, ?, Theo Schlichting en Albert Helman. Staande v.l.n.r.: Jozef Cantré, ?, Jan Engelman, Gerard Wijdeveld, Anton van Duinkerken, C. Vos, Clemens Meuleman, Henk Kuitenbrouwer, S. van Ravesteyn, A. van Domburg, Herman de Man, ?, Charles Nypels en Willem Maas.
Handschrift van het hoofdstuk Verdediging van de Jesuieten uit Anton van Duinkerkens Hedendaagse ketterijen, dat in 1929 bij Paul Brand te Hilversum verscheen, in 1943 bewerkt voor de tweede, geheel herziene druk (1946).
Anton van Duinkerken te Hammerfest werkend aan Hedendaagse ketterijen, juli 1929.
Albert Kuyle te Utrecht, ca. 1929.
|
|