Schoon ende suverlijc boecxken inhoudende veel constige refereinen (Refereinen 1528)
(2007)–Anna Bijns– Auteursrechtelijk beschermdRefereyn.DIe gode bemint / wilt al dat god / wiltGa naar margenoot+
En dat god mishaecht sinen vrienden mishaechtGa naar margenoot+
Siet nu hoe Luthers wille / en gods gebot sciltGa naar margenoot+
Ghi vint seer vele / als ghijt wel ondervraecht
God eerst tot hem selven / groote liefte draecht
Sijn muegentheit / wijsheit / goetheit /
bemint hi
Die wilt hy dat elc looft / maer Luther onversaechtGa naar margenoot+
Heeft dese beclaecht / eerst gods macht verdint
hyGa naar margenoot+
Inde seven sacramenten / viere ontkint hi
| |
[pagina 151]
| |
Errueren vint / hi blasphemie spreect / hiGa naar margenoot+
Gods wijngaert bederft hi / de vruchten verslint hyGa naar margenoot+
Tv[e]rstantGa naar voetnoot13 verblint / hi / veel valscheden
preect / hiGa naar margenoot+
Vermetelijc gods geboden breect hiGa naar margenoot+
Tegen hem steect hi des ic wel seggen derreGa naar margenoot+
Luthers liefte is van gods liefte verre
Gods wijsheit / daer elc verstant voor wonderlick / wijctGa naar margenoot+
Dese soude Luther / ooc geerne onteeren
Scriftuere waer in / gods wijsheit / bysonderlic / blijctGa naar margenoot+
Gesproken gescreven / duer den gheest ons
heerenGa naar margenoot+
Die wilt hi / na sijn / goetduncken verkeerenGa naar margenoot+
En deewige wijsheyt / logenachtich makenGa naar margenoot+
Tes van dien die dwoort gods
bedriechlic leerenGa naar margenoot+
Versteent vol weeren / seer gierich ter wraken
Hi vermindert gods goetheyt in sulckenGa naar margenoot+
| |
[pagina 152]
| |
Als hi gaet laken / alle goede wercken
Tgeloove alleen seit hi doet god genaken
Hier duer duecht staken / beyde leecke en
clecken
Duecht doen is sonde / seyt dees bastaert der kercken
Duer dit aenmercken / segge ic half erreGa naar margenoot+
Luthers liefte is van gods liefte verre.
Tes kinlijc dat god / sijn santen grootelijck /
mintGa naar margenoot+
Die bi hem boven / in vruechden triumpherenGa naar margenoot+
Hi wilt datmense eert / mair somen blootelijc vintGa naar margenoot+
Luther wilt alle santen blasphemerenGa naar margenoot+
Missen gebeden die den dooden profiterenGa naar margenoot+
Hi den sielen / ooc na sijn macht ontrect
Hemel en eerde wilt hi schiere regeren
Dits sijn studeren / gods dienst hi begectGa naar margenoot+
Den stanc sijnder ketterien de lucht bevlect
| |
[pagina 153]
| |
Christenen verwect / hi te leven als hondenGa naar margenoot+
Gods woort hi na sijn sinlicheit rectGa naar margenoot+
Daer mede bedect / hi sijn stinckende sonden
Wie sal hem helpen / hi ignoreert sijn wondenGa naar margenoot+
Noch wil ic orconden / eer ic langer merre
Luthers liefte is van gods liefte verre
God is deewich goet / des hi alle duecht / prijstGa naar margenoot+
Luther vervolcht de duecht / ic blijfs biden mijnen
Cristus den nauwen wech
/ ter eewiger vruecht wijstGa naar margenoot+
Luther leert den rumen wech ter helscer pinen
Daer de menscen duer loopen al met dosijnenGa naar margenoot+
Haet doet hi branden en liefte vercouwenGa naar margenoot+
Suverheyt ontraet hy muncken en baghijnen
Onreyn als swinen / malcanderen trouwen
Tqu[aet doet]Ga naar voetnoot14 hy groeyen en duecht verflouwenGa naar margenoot+
| |
[pagina 154]
| |
Die met hem houwen / tsi in wat landen
Sie soecken al tvleesch / beyde mans en vrouwenGa naar margenoot+
Men machse wel scouwen / als helsce viandenGa naar margenoot+
Wat bringt hi al sielen / in sduvels tanden
Uut Cristus handen / des ic in dwoort verwerre
Luthers liefte is van gods liefte verre
God wilt en hy leert / datmen dlichaem
timmen / moetGa naar margenoot+
Luther leert niet vasten / maer leckerlijc eten
Inde vloet van welluste / eest om swimmen / soet
Dit prijst hi / als een vanden valscen prophetenGa naar margenoot+
Machomets dobbelen geest / heeft hem besetenGa naar margenoot+
Want met soeten ase / hi dnetken uut spreyt
Om vincken te vane / na sijn vermeten
Gods doet hi vergeten / dwelc menich
bescreyt
Den wech van antichrist / hi vromelic bereytGa naar margenoot+
| |
[pagina 155]
| |
Duer sijn hoverdicheit / hi alle dinc berechtGa naar margenoot+
Siet hoe hi van deenicheit / der kercken sceyt
Dongeleerde hi vleydt / geleerde hi bevecht
Noyt en hadde Lucifer / getrouwer knecht
Ic segge hoe slecht / ic kijke duer de herre
Luthers liefte is van gods liefte verre
God mint pays / die sinen jongers vrede / gaf
Luther verwect oploop strijt ende discoort
Men weet hier besceet / te meniger stede / afGa naar margenoot+
Hoe menich dusent / isser in haer bloet versmoortGa naar margenoot+
Duer hem gesciet dagelicx noch roof en moort
Muncken nonnen papen / verbannen verwaten
Loopen tsamen / tes wonder watmen hoort
Wat stellen si dan voort / si scenden de straten
Den leden doet hi thooft / vervolgen en haten
| |
[pagina 156]
| |
In allen staten / brout / Luther suer bier
Men bespot paus / cardinalen / legatenGa naar margenoot+
Bisscoppen / prelaten / wie stooct doch dit vier
Lucifer is de meester Luther de scholier
Mi dunct als ic hier / wel nauwe op sterre
Luthers liefte is van gods liefte verre
Prince.
Prince luegene / is verre / vander waerheitGa naar margenoot+
Christus is ooc verre / van Belial
De helsce donckerheit / van deewige claerheitGa naar margenoot+
De salige sijn verre / van tverdoempt getal
Wit en swert scilt vele / en eewelijc sal
Noch verder is Luther van god / ic wilt verstijven
Een sielgierich wolf / die uut Christus stalGa naar margenoot+
Inden helscen wal / veel scapen sal driven
Gods liefte doet hi / uuter herten wrijven
| |
[pagina 157]
| |
En daer in scriven / al vleesch en bloet
Gulsicheyt oncuysheyt vloecken en kiven
Ic wilder bi bliven / dat hi es gebroet
Uut alder ketters asscen / van Lucifer gevoet
Dinct sidi vroet / valt niet vander kerre
Luthers liefte is van gods liefte verre
|
|