religie. In Paramaribo staan synagogen, kerken en moskeeën broederlijk naast elkaar.
Dit heeft alles te maken met de geschiedenis van Suriname. De oorspronkelijke bewoners van Suriname zijn de Indianen. Maar door de eeuwen heen kwamen buitenlandse overheersers, zoals de Spanjaarden, Engelsen en Nederlanders, naar Suriname en hebben verschillende bevolkingsgroepen zich er, al dan niet gedwongen, gevestigd.
De laatste vreemde overheersers waren de Nederlanders. Om hun plantages te bewerken, haalden ze slaven uit West-Afrika. Een deel van die slaven vluchtte naar het binnenland en stichtte daar eigen dorpen. In 1863 werd de slavernij afgeschaft in Suriname. De Nederlanders haalden daarom nieuwe arbeiders uit Indonesië, India, China, Portugal en Libanon. Pas in 1975 werd Suriname een onafhankelijke republiek, met aan het hoofd een president.
Slavernij
Slaven zijn mensen die eigendom zijn van een meester en voor die meester moeten werken, zonder dat ze daar iets voor verdienen. Meestal worden ze ook helemaal niet goed behandeld.
Slavernij bestaat al bijna zo lang als er mensen zijn op aarde. Vandaag is de slavernij in de meeste landen verboden. Toch worden nog altijd kinderen uit arme gezinnen verkocht om tapijten te knopen, kleren of schoenen te maken,...