Handtboecxken der Christelycke gedichten(1627)–Cornelis Pietersz. Biens– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Folio 55r] [fol. 55r] Nota. GHy die vermaeckt hebt in Godts woort. En dit hier leest of lesen hoort, En tot het onbevleckte bedt, In d'Echten stant u sinnen set: Houdt hier eens u ghedachten stil, En mercket wat dit seggen wil. Ghy sult seer lichtelyck verstaen, Dat ick dit hier stel voren aen: Dat ick dit hier stel in Gedicht, Om u te toonen uwen plicht. Het is de Heer die eeuwich leeft, Die yeder man de syne geeft: Het is des Heeren Engel goet, Die uwen Trou beleyden doet: Het is een goedt en heylich werck, Dat u moet zyn het oogen-merck: En siet wanneer het soo toe gaet, Soo comet in den rechten graet. Nu soud ick hier wel voorder gaen, Om u den plicht te toogen aen, Wat ghy in u voornemen goet, Ghelyck een regel volgen moet: Maer dit en geeft my geenen pas, Door dien ick cortelingen las Een Geestich houwelycx Tractaet. Geschreven na der consten maet, Waer in men vindt ghetrouwelyck, De plichten van het Houwelyck: De plichten vande Vrou en Man, En wat de saeck mach cleven an: [Folio 55v] [fol. 55v] Waer toe ick dan den Leser sen, En my tot sulcx te swack beken. Vorige Volgende