Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Handtboecxken der Christelycke gedichten (1627)

Informatie terzijde

Titelpagina van Handtboecxken der Christelycke gedichten
Afbeelding van Handtboecxken der Christelycke gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Handtboecxken der Christelycke gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.22 MB)

ebook (4.57 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Handtboecxken der Christelycke gedichten

(1627)–Cornelis Pietersz. Biens–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[Folio 23v]
[fol. 23v]

Tusschen-reden.

 
TErwijlen ick dit schreef, en in Gedichten brachte,
 
So quam in mijnen sin een sonderlingh gedachte:
 
Ey siet doch wat is dit, dat hier mijn Dicht begint,
 
Na dien men dese saeck in veel Geschriften vindt?
 
Mijn Musa, wel hoe dus? Wilt vry de moeyten sparen,
 
En niemants lijdtsaemheyt met Schriften meer beswaren.
 
Te slecht is dijnen stijl, te cleyn is dijn verstant,
 
Om dit begonnen werck te brengen voor der handt,
 
In't Oogh van yeder Man, in't Oordeel der gepeynsen,
 
Die door een hooger Geest door't Breyn de woorden cleynsen.
 
't Is ydel dat ghy doet. Ick trock't my selver aen,
 
En liet oock datelijck het voorder schrijven staen.
 
Maer naderhant, de lust verwan my selver weder:
 
Ick nam Papier en Pen: Ick leyden het we'er neder:
 
Ick wist niet hoe ick woud', tot my den yver dreef:
 
Soo dat ick dit ghevolgh noch naderhandt beschreef.
 
Hoe wel dat dit mijn Dicht by velen die het lesen,
 
Een tijdt-verquistigh doen, of spot sal moeten wesen:
 
Soo houd ick evenwel dat eenich Geest veellicht,
 
Door dit mijn simpel doen sal wesen onderricht.
 
't Sal dienen voor my selfs, my selver t'onderrichten,
 
En door des Heeren hulp inwendelijck te stichten.
 
't Sal dienen tot een Leer, een troost, een soet vermaeck,
 
Die letten op den sin, en lieven dese saeck.
 
Soo laet ick dan begaen des Nijders schimpich schieten,
 
En houde my vernoeght de soetheyt te ghenieten:
 
Dat ick des Heeren Naem mach prijsen in Gedicht,
 
En (na mijn cleyne gaef) oock mijnen naesten sticht.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken