maar die heks had het toch weer in de gaten. Met haar toverkunsten natuurlijk, en gooit weer haar draad. Maar toen is het misgegaan. Toen heeft die kleefdraad zich vastgehecht, niet aan de boot maar aan een van die mannen, Nechtan heette hij. Aan z'n arm, of z'n hand. En die hebben de anderen toen afgehakt, vertelde Bran. Maar ik denk dat die arm of hand bij het trekken gewoon is afgescheurd. Omdat ze op dat ogenblik weer terug in de tijd kwamen en dus al lang dood en begraven hadden moeten zijn, en dus half vergaan lijk waren.
- Hou nou eens een keer op, Craig, met je verhalen. Daar kan het vrouwvolk niet tegen.
- 't Is trouwens onzin wat je beweert, Craig.
- O ja? Vertel jij het dan beter.
- Nou, die boot waar ze in zaten, die boot zou dan ook meteen moeten zijn vergaan.
- Een boot houdt het langer dan een mens.
- Ja, maar zóveel langer ...
- En hij is toch ook vergaan? Hier op de kust?
- Ja ja ja, maar dan begrijp ik toch niet waarom Bran dan niet ook ...
- Ik zal jou eens wat vertellen: jij begrijpt niet wat voor iemand we in ons midden hebben. Een held? Veel meer dan dat! Méér nog dan een druïde. Nuca, dáár komt hij bij in de buurt, onze heer Bran. Wie had ook weer zijn longen uitgepompt? Jij hè, Lurd? Zaten ze vol water? Halve zee kwam eruit? Elk ander was al drie keer dood geweest, verzopen als een kat. Ik vertel jullie: het is een god, die we hier in ons midden hebben. Een god!