Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 6

[Herman van Lil]

LIL (Herman van), geboren te Schoonhoven den 23en Oct. 1770 uit het huwelijk van Dr. Wilhelmus (Willem) van Lil en Hermijngarda Johanna van der Horst, werd den 22en Oct. 1787 op 16 jarigen leeftijd ingeschreven als student in de Theologie aan de Leidsche hoogeschool. Na volbracht praeparatoir examen voor de Classis van Leiden en Neder-Rijnland den 5en Nov. 1792, werd hij beroepbaar gesteld. Zijn peremptoir examen legde hij af den 4en Mei 1796 voor de Classis Zuid-Beveland te Goes, waarop hij zich den 29en Mei d.a.v. verbond aan de gemeente van Borssele waarheen hij inmiddels een beroeping had aangenomen. Bevestigd door Ds. H. Schagen van Leeuwen, pred. te Ovezande (m. 1 Cor. IV:1) deed hij zijn intrede m. Joh. VII:11-13. Niet langer dan ruim één jaar diende hij zijn eerste gemeente; den 16en Juli 1797 nam hij afscheid van haar (m. Joh. XIV:27), wegens vertrek naar Schalkwijk en 't Goy waar hij den 30en Juli d.a.v. bevestigd werd door Ds. G.H. Schutter, pred. te 't Waal en Honswijk (m. Joh. XVII:17b; intr. m. 1 Kon. II:13, 14). Gedurende zijn bediening aldaar kon dank zij een gift van den Ambachtsheer en bijdragen van ingezetenen de bouw van een nieuw kerkgebouw plaats hebben. Nadat een jaar lang in een daartoe gehuurde kamer godsdienstoefening was gehouden, kwam den 8en Jan. 1804 de gemeente voor het eerst in de nieuwe Kerk tezamen, bij welke gelegenheid Ds. v. Lil preekte over Jes. LVI:17. Na een werkzaamheid van 24 jaren in deze gemeente verwisselde hij haar voor die van Kattendijke; aldaar werd hij den 12en Aug. 1821 bevestigd door Ds. C. Colmschate, pred. te Goes (m. Mt. XXIII:8b; intr. m. Joh. V:35; afsch. te Schalkwijk 29 Juli m. Hand. XXI:6a). Zijn vierde en laatste gemeente, waar hij nog dertig jaar zijn dienst vervulde, was die van Maasdam. Hier had zijn bevestiging plaats den 28en Maart 1824 door Ds. W.R. van Ysselstein, pred. te Cillaarshoek (m. 1 Thess. V:12, 13a; intr. m. Genes. XXIV:50b; afsch. te Kattendijke 21 Maart m. 2 Cor. I:14). Den 7en Juni 1846 herdacht hij zijn 50 jarige Evangeliebediening (met het woord van de toovenaars in Egypteland: Dit is Gods vinger! Ex. VIII:19a; zie: Boekz. 1846a, 726, 727). Na een kort, doch hevig lijden ontsliep hij den 14en Maart 1855 op 84 jarigen leeftijd na 59 volbrachte dienstjaren. Vijf weken vóór zijn dood had hij zijn laatste preekbeurt vervuld.

[p. 41]

Overeenkomstig zijn wensch is een nekrologie van v. Lil in de Boekzaal achterwege gebleven.

Hij was gehuwd met Cornelia Johanna Josina van El, die hem als weduwe overleefde.

Gegraveerde portretten van H. van Lil zijn niet bekend. Hij schreef een bekroonde Verhandeling, bevattende een Gebedenboek, die, althans gedeeltelijk is opgenomen in: De biddende Christen of Verzameling van gebeden, bijeenverzameld door W.D. Grommé, pred. te Voorhout. Leid. 1808. 8^o. Op aandrang van een gezelschap Hervormde Christenen, die een volledig gebedenboek begeerden, was daartoe een Prijsvraag uitgeschreven. Uit de bekroonde Verhandelingen van de predikanten H. Oudenhoff te Barsingerhorn, J.H. Jolink te Franeker en Herman van Lil te Schalkwijk en uit die van andere mededingers werd daarop bovengen. Verzameling bijeengebracht met een toepasselijke Voorrede van W.D. Grommé. (Boekz. 1809a, 63, 64).

Voorts zag van H. van Lil het licht:

Het leven, de gevoelens en lotgevallen van William Penn, beroemd Kwaker en stichter van Pennsylvanien, uit echte bronnen verzameld. Amst. 1820-'25. 8^o (2 dln.). Kon. Bibl. (Knuttel, Bibl. v. Kerkg., blz. 199). - J.A. Llorente, Oordeelkundige Geschiedenis der Spaansche Inquisitie, .... bijeengebr. uit de Archieven van den Hoogenraad der Inquisitie en uit die der Prov. Regtbanken van het H. Officie .... Ten jare 1817, uit het Spaansche handschrift, ond. toezigt v.d. Schrijver, in het Fransch vert. en uitgeg. door A. Pellier. Uit het Fr. vert. Amst. 1821-'23, 8^o 3 dln. m. Aanh. 8^o. (Kon. Bibl.; zie ook Cat. Rem. Rott. 2e dr. ('s-Grav. 1893), blz. 245). - Oordeelkundige geschiedenis van het Pausdom, de voorlezingen gevolgd van L.T. Spittler, met Aanmerkingen in het licht gegeven door .... J. Gurlitt. Nader overgezien, en tot meer algemeen gebruik ingerigt, door H.E.G. Paulus .... Uit het Hoogduitsch overgebragt, en met aanmerkingen vermeerderd, Delft en Rott. 1827-1830. 8^o. 2 dln. (Kon. Bibl.) (Knuttel, a.w., blz. 305).

Litteratuur: Hs Borger. - Boekz. 1855a, 328. - Nav. LIX (1910), blz. 323, 324. - Alb. Stud. L. Bat.- I, k. 1159.