IV:42b-44). Zijn derde gemeente was die te Workum, waar hij den 15en Aug. 1880 - opnieuw door zijn vader, destijds pred. te Sloten (N.-Holl.) - werd bevestigd (m. 2 Cor. II:16b; intr. m. Ef. III:8; afsch. te Slochteren 8 Aug. m. Ef. III:14-21). Ruim zeven jaar later verwisselde hij deze gemeente met die van Harlingen. Hier trad den 9en Oct. 1887 ten vierden male zijn vader als zijn bevestiger op (t.: 2 Cor. IV:1, 16a; intr. m. Ef. III:14-21; afsch. te Workum 2 Oct. m. 2 Thess. II:16, 17). Hij bleef te Harlingen werkzaam tot het ingaan van zijn eervol emeritaat den 1en Nov. 1928. Den 28en Oct. te voren legde hij zijn meer dan 58 jarige bediening neder met een afscheidsprediking over Hand. XX:32.
Als emeritus te Harlingen woonachtig gebleven overleed hij aldaar op 93-jarigen leeftijd den 21en Nov. 1937.
Predikant echt van het oude stempel, naar het uiterlijk het type van den rustigen, beschaafden Anglicaanschen geestelijke, wist hij mede door de getrouwheid van zijn pastoralen arbeid zich bij jong en oud gezien te maken. Ook de studeerkamer was geen vreemde plaats voor hem. De Nieuwtestamentische studiën hadden zijn liefde, en zijn kennis van het Kerkrecht kwam hem in de kerkelijke functies, door hem bekleed, zeer te stade. Jarenlang was hij o.a. voorzitter van het Prov. Kerkbestuur van Friesland, van 1908 tot 1917 President van de Algemeene Synode der Ned. Hervormde Kerk, en tot het ingaan van zijn emeritaat scriba-quaestor van den Ring Harlingen. De regeering erkende zijn verdiensten door hem te benoemen tot Ridder in de Orde van den Ned. Leeuw.
H.A. Leenmans Jr. huwde in 1870 te Anjum met mej. Grietje Jans Botma (†4 Mei 1920). Van de uit dit huwelijk geboren kinderen waren bij zijn overlijden nog vier in leven.
Van hem is in druk verschenen:
De Christelijke hoop. Leerr. naar 1 Petr. I:3-5. Utr. 1864. 8o. - Dankoffer bij de kerkelijke herdenking v. zijne veertigjarige Ev. bediening op 26 Juni 1910. Uitgeg. t. voord. v.d. Chr. School voor L. en M.U.L. Onderwijs te Harlingen. Harl. 1910. 8o. |
In: St. v. W. en Vr.: 37e Jrg. (1900), blz. 1037-1047: Een commentaar van Prof. Baljon; 39e Jrg. (1902), blz. 1097-1103 onder ‘Bibliogr. Album’ een bespreking van Dr. E.F. Kruyf, Liturgiek; 42e Jrg. (1905), blz. 505-528: Het herstel der Theol. Faculteit aan de Rijksuniversiteit (Referaat geh. in de verg. v.d. Ned. Herv. Predikanten-Vereeniging 5 Mei 1905). De herdenkingsrede, door hem uitgesproken bij het 150-jarig bestaan van de Groote Kerk te Harlingen den 1en Febr. 1925, is afgedrukt in de Leeuwarder Courant van 2 Febr. 1925. |
Litteratuur: N. Rott. Crt. 22 Nov. 1937 (Av. bl. D). - Alb. stud. Rh. Traj., k. 453. - Mededeel, v. Dr. H.A. Leenmans te 's-Gravenhage.