[Abraham Cornelis Leendertz Jr.]
LEENDERTZ Jr. (Abraham Cornelis), geboren te Cleve den 18en Maart 1854, een jongere broeder van Willem Isaäc Leendertz (zie vor. art.), studeerde evenals deze aan het Athenaeum te Amsterdam (ingeschr. 1874) en aan het Seminarium der Doopsgezinden aldaar. In 1879 bevorderd tot proponent bij de Doopsgezinde Sociëteit werd hij den 29en Febr. 1880 door zijn vader Ds. Abr. Corn. Leendertz van Cleve bevestigd te Warns (m. Ef. III:14-17). Wegens ongesteldheid eervol ontslagen den 1en Juli 1882, trad hij den 14en Aug. 1886 opnieuw in de bediening als Doopsgezind leeraar te Holwerd en Blija (t.: 1 Cor. XIII:13). In Dec. 1893 beroepen bij de Ned. Hervormde Gemeente te Sappemeer deed hij, na gehouden colloquium doctum voor het Prov. Kerkbestuur van Noord-Brab. en Limburg, in haar midden zijn intrede den 18en Maart 1894 (afsch. te Holwerd 11 Maart m. Ef. III:20, 21). Na vijf en een half jaar vertrok hij van Sappemeer naar Leiden, waar hij van den 3en Sept. 1899 af de plaatselijke afdeeling der Vrijzinnige Hervormden als voorganger diende. Den 18en Jan. 1903 verbond hij zich aan de Hervormde gemeente te Stolwijk, den 28en Oct. 1906 aan die te Coevorden, den 5en Apr. 1914 aan die te St. Jacoba Parochie, den 2en Sept. 1917 aan die te Budel, waar hij werkzaam bleef tot aan zijn overlijden den 30en Apr. 1930.
Hij was een ijverig predikant, die tevens zich bleef wijden aan wetenschappelijke studie. De theologische richting, die hij verdedigde (zie ond. zijn geschr.) noemde hijzelf de ‘Ethisch-Evangelische’. Hij schaarde zich eerst onder de voorstanders der ‘Evangelische,’ later bij die der Moderne richting. In 1906 rekende hij zich weer tot de ‘Evangelischen’. In het 2e en 3e deel (1906) van zijn hieronder vermelde ‘korte schets’ wijkt zijn Christologie aanmerkelijk af van die in het 1e deel (1904).
Hij huwde te Amsterdam 29 Jan. 1880 met mej. Elisabeth Kuiper (dr. v. Ds. Taco K. ald. en Elisabeth Hovens Gréve) en hertrouwde na haar overlijden met mej. A. Bloklandt. Een zoon uit het eerste huwelijk Taco Leendertz is predikant geworden bij de Ned. Hervormde Kerk.
Van hem zag in afzonderlijke uitgave het licht: Latijn en Grieksch! Antwoord op het Gids-artikel van Prof. S.A. Naber, Januari 1889, getiteld Latijn en Grieksch? Leeuw. [1889]. 8o. - Het Ethisch-Evangelisch standpunt in het Christelijk-godsdienstig geloof. Eene studie op het gebied der godsdienstwijsbegeerte volgens de beginselen der Religionsfilosofie van Immanuel Kant. Rotterd. 1891. 2 dln. 8o. - Voor hart en huis. Ten gebruike bij de huiselijke godsdienstoefeningen. Leeuw. 1893. 8o. - 2 Tim. IV:7b. Ik heb het geloof behouden. Toespr. tot de gemeente, geh. Zond. den 19en Apr. 1896, na het bijwonen der jongste Vergadering v. Moderne theologen te Amsterdam den 14en en 15en Apr. Uitgeg. t. voord. v.d. armen [te Sappemeer]. - ‘Orthodox of Modern?’ Kunnen wij Christenen zijn zonder te gelooven in Christus? Schoonh. 1905, 8o. - Proeve eener korte schets v.d. Chr. Godsdienstleer .... 1e dl. Gouda. 1904. 8o; 2e en 3e dl. Coevorden. 1906. 8o..... - Onze ‘Christus’ belijdenis. Leerr. Coevorden. 1907. 8o.
In Geloof en Vrijheid: Jrg. XX (1886), blz. 269-310: Kant en de rechtvaardiging van