Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 5

[Henricus Lautenbach]

LAUTENBACH (Henricus), geboren omstreeks 1625 te Hempens, waar zijn vader Willem Lautenbach toenmaals predikant was, werd in 1651 als candidaat beroepen te Jelsum, over welke beroeping reeds in 1649 gedisputeerd was, vermits door een andere partij Ds. Lamb. Schuiringa van Tjerkgaast was beroepen (zie in verband hiermede, Cuperus, Kerk. leven Friesl. I, blz. 190 n. 3); na herhaald appèl van partij ingesteld werd den 28en Apr. 1651 de beroeping van Lautenbach geapprobeerd. Na bevestigd te zijn door Ds. Fr. Juvenalis, pred. te Stiens en Ds. Bouritius Isbrandi Sweringa, pred. te Kornjum diende hij de Jelsumsche gemeente tot aan zijn overlijden in Oct. 1665.

In 1656 was hij Deputatus Synodi.

Hij huwde te Leeuwarden einde Dec. 1649 (3e gebod 30 Dec.) of begin Jan. 1650

[p. 648]

met Petronella Lamberti van den Bos. Hij werd te Jelsum opgevolgd door zijn broeder Jacobus Lautenbach Wzn.

Portretten van H. Lautenbach zijn niet bekend.

Van hem zag het licht:

Tien geestelijke predikatiën. Leeuw. 1658. 8^o. - Het Lam Godts, dragende de sonde des Werelts, aen den vervloeckten Stamme des Kruyces, dat is: Een verklaringhe over de Historie van het lijden onses Heylandts en Zalighmaeckers Jesu Christi In verscheydene troostelycke en leersame bedenckinghen by een vergadert. Leeuw. 1665. 4^o. (In het voorwerk komt ook een gedicht voor onderteekend: ‘Uyt Broederlijcke liefde’ Jacobus Lautenbach S.M.C.).

Litteratuur: Laurman, Pred. Cl. Leeuw., blz. 40. - Romein, Pred. Friesl., blz. 82. - v. Veen, Aanv. en Verb. Romein, blz. 9. - Molhuysen en Kossmann, N. Biogr. Wdb X, k. 512 (art. v. Dr. G.A. Wumkes).