[Johannes Lau]
LAU (La) (Johannes), wiens voorouders door de godsdienstvervolgingen in de 17e eeuw uit Frankrijk naar Holland waren gekomen, zag het levenslicht te Leiden. Geboren uit het huwelijk van Isaäc Nicolaas La Lau en Sara Looy, werd hij aldaar gedoopt den 12en Apr. 1778. Hij volbracht zijn academische studiën aan de hoogeschool zij ner vaderstad (ingeschr. 7 Jan. 1796 en werd na afgelegd praeparatoir examen door de Classis van Neder-Rijnland en Leiden den 3en Mei 1802 beroepbaar gesteld. Den 4en Jan. 1803 peremptoir geëxamineerd door de Classis van Alkmaar deed hij den 30en Jan. d.a.v. intrede te Heilo (m. Jac. I:22a) na bevestigd te zijn door Ds. Allard Pierson, pred. te Alkmaar (m. 2 Cor. V:14). Vandaar vertrok hij naar Oegstgeest, waar Ds. D.C. Harmsen, pred. te Steenwijk hem den 26en Juli 1807 bevestigde (m. Openb. II:1b, 2a; intr. m. Jac. III:2a; afsch. te Heilo 12 Juli m. 1 Tim. I:5). Zijn derde standplaats was Bergen-op-Zoom. Hier werd hij den 23en Apr. 1815 bevestigd door Ds. W.F. Sibmacher, pred. ald., m. 1 Tim. IV:16; intr. m. 1 Cor. XIII:9a; afsch. te Oegstgeest 9 Apr. m. Ef. V:15a). Ruim negen jaren later verwisselde hij deze gemeente met die van Gouda, waaraan hij zich den 10en Oct. 1824 verbond (m. Hand. IV:29b), na bevestigd te zijn door Ds. J.H. Krom, pred. ald. (m. Joh. XVIII:37b; afsch. te Bergen-op-Zoom 26 Sept. m. Ps. CXXII:7a).
Met ingang van 1 Jan. 1849 op zijn verzoek na bijna 46 jarige Evangeliebediening, eervol emeritus verklaard hield hij op Oudejaarsavond 1848 zijn afscheidsprediking te Gouda (t. Ps. CII:28). Aldaar overleed hij na veel lichamelijk lijden den 10en Apr. 1856. Hij bezat uitnemende gaven van verstand en hart, muntte uit door vernuft,