Dec. 1650 andermaal inschrijven in het album studiosorum aldaar. Ongeveer zes jaren later begeerde Amsterdam hem opnieuw als predikant. Ditmaal werd het beroep daarheen geapproheerd. Den 5en Maart 1656 aldaar bevestigd, diende hij de gemeente der hoofdstad totdat hij er den 12en Sept. 1666 op 43-jarigen leeftijd overleed, nalatende o.a. een zoon Johannes Lansman, die den 8en Jan. 1722 als predikant te Weesp is overleden.
Portretten van Andr. Lansman zijn niet bekend. Van de Part. Z. Hollandsche Synode te Woerden 6-29 Juli 1655 was hij scriba.
Van hem zzag het licht:
Apostasia Romana, Ofte Roomsche Afval. D.i. Historie Der Voornaamste Paapsche Dwaalingen, in haar afwijkinge, voortgang en vast-stellinge, door alle de eeuwen der Chr. Kerke. Amst. 1665. 4o (Kon. Bibl.) |
Litteratuur: Molhuysen en Kossmann, N. Biogr. Wdb. X, k. 510 (art. v. Dr. G.A. Wumkes). - Veeris-de Paauw, Pred. N. Holl., blz. 122. - Croese, Pred.-Amst., blz. 78, 79. - Knuttel, Acta III, reg. - Nav. XIV (1864), blz. 300. - Alb. Stud. Rh. Traj., k. 6. - Id. L.-Bat., k. 363, 408.