Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 5
(1943)–Jan Pieter de Bie, G.P. van Itterzon, Johannes Lindeboom– Auteursrecht onbekend[Arnoldus Landreben]LANDREBEN (Arnoldus), geboren te SteinfurtGa naar voetnoot1), werd den 28en Aug. 1677 ingeschreven als student aan de hoogeschool te Franeker. Toegelaten als proponent, deed hij den 14en Oct. 1679 intrede te Woudsend en IJpecolsga. In Dec. 1681 verbond hij zich aan de gemeente te Roordahuizum (gedimitteerd door de classis van Sneek 4 Dec.). Vandaar vertrok hij in Jan. 1685 naar Dronrijp en na meer dan elfjarigen arbeid in deze gemeente (gedimitteerd 26 Oct. 1696) verwisselde hij Dronrijp met Franeker, waar hij als dienstdoend predikant werkzaam bleef tot zijn overlijden den 1en Dec. 1721. Hij was een Coccejaan, van wiens geschriften vooral zijn commentaar op de beide Brieven aan de Thessalonicenzen ook nog na zijn dood zeer in trek is gebleven. Naar het oordeel der classis van Franeker (Acta 5 Sept. 1701) was dit werk ‘zeer geleerd door de vergelijking van de spreekwijzen des Apostels met de taal van de LXX en het Hebreeuwsch’. Een Hoogduitsche vertaling ervan zag het licht te Frankf. a. M. Van de Provinciale Synode te Dokkum in 1689 en van die te Franeker in 1707 was hij praeses. Uit zijn huwelijk met Johanna Stasius, dochter van Jacobus Stasius, laatstel. pred. te Pingjum, is een dochter, (later de tweede echtgenoote van Prof. Albertus Schultens te Franeker) geboren, die hem met haar moeder overleefde. Van hem bestaat een portret in ovaal in 4o met randschrift. Het stelt hem voor in staande houding met zware pruik, mantel en bef, de rechterhand op de borst en achter zich een boekenkast met groote folianten. Naar een schilderij van H. de Valck, gegraveerd door W. Jongman. (Muller. Cat. v. Portr. No. 3090; Nav. IX, blz. 383). De volgende geschriften van zijn hand zijn in druk verschenen:
Litteratuur: v.d. Aa, Biogr. Wdb. VIII, blz. 33. - Molhuysen en Kossmann, N. Biogr. Wdb. IX, k. 574 (art. v. Dr. G.A. Wumkes). - Romein, Pred. Friesl. reg. - Greydanus, Pred. Cl. Franeker, blz. 14, 37. - Cuperus, Kerk. leven Friesl. I reg. - Boekz. 1721b, 758, 759. - Nav. IX (1859), blz. 203, 353. - Ypey, Kr. Kerk 18e e. VIII, blz. 402. |
|