In 1819 werd hem van regeeringswege de ridderorde van den Nederlandschen Leeuw toegekend.
In 1800 trad hij inhet huwelijk met mej. J.M. Bätz, die hem overleefde.
Van hem bestaat o.a. een gegraveerd portret borstbeeld rechts, met bef en ridderorde, in ov. Naar H.W. Caspari, door D. Sluyter fol. Proefdr. en een als voren, verkl. links. Met 4 reg. vers: ‘Een helderdenkend brein’. Lith. naar Caspari, door v. Arum. 4o. Zie: Muller: Cat. v. Portr. No. 3067-3069; v. Someren, id. II No. 3123-3124*.; Burgersdijk & Niermans, Biblioth. Theol. et Philos. p. 783 No. 515, 516.
Van hem zag het licht:
Redevoering ter gelegenh. der Feestviering v.h. vijf-en-twintig-jarige bestaan v.h. Amsterdamsche Eerste Departement der Maatsch. t. nut v. 't Algemeen, uitgespr. den 5en v. Lentemaand, 1810. Amst. 1810. 8o. (Kon. Bibl.). - Leerrede, geh. in de algemeene vergadering van het Nut (1815). ten betooge dat de maatschappelijke wetten haar weldadige bedoeling niet kunnen bereiken, wanneer zij niet door de zedelijkheid van de leden worden gesteund. In: Redevoeringen en Aanspraaken gedaan in de onderscheiden Vergaderingen der Maatsch. Tot Nut v. 't Algemeen. (Gedr. alleen voor de leden). 1790-1816. 8o. Dl. VI. - Leerr. over 1 Cor. III vs. 10 tot 15. In: Leerredenen ter viering v.h. Derde Eeuwfeest der Hervorming, geh. te Amsterdam op den 2 Nov. 1817. Amst. 1817. 8o. (Kon. Bibl.). (Vgl. Gedenkboek voor de Lutherschen in Nederl., betrekkelijk het derde eeuwfeest der Kerkhervorming. Amst. 1819, blz. 26, 27). - Kerkelijke Redev. over Eph. IV vs 15, 16, ter opening v.d. eerste vergader. der Ev.-Luth. Synode op den 12 Mei 1819, in de Luth. Kerk in 's-Gravenhage. In: Kerkel. Redev. en Aanspraken bij de opening en sluiting v.d. eerste vergad. der Ev.-Luth. Synode. Amst. 1819. 8o. blz. 1-49. (Kon. Bibl.). - Aanspraak bij het graf v. wijlen Augusta Louisa Ebersbach en Anna Wilhelmina Ebersbach gedaan in de Luthersche Oude Kerk te Amsterdam op den 30sten Jan. 1822. Met doorloopende pagineering achter: C.H. Ebersbach, Predigt zur Feyer seiner fünfundzwanzigjährigen Amtsführung. Amst. 1822. 8o. (Kon. Bibl.). -
Leerr. over Lc. VII vs. 11-17. Zijnde het gewone Ev., op den zestienden Zondag na dien der H. Drieeenheid geh., op Zond. den 22 Sept. 1882.... te Amsterdam, ter gelegenheid v.d. vernielenden brand der Luthersche Nieuwe Kerk ald., op den 18den Sept. bevorens, In: Leerredenen betrekkel. de Luthersche Nieuwe Kerk te Amsterdam, derzelver 150-jar. bestaan en verwoesting door den brand v.d. 18 Sept. 1822 [door C.H. Ebersbach, G.H. Lagers en G.F. Sartorius]. Amst. 1822. 8o. blz. 33-68). (Kon. Bibl.). |
Proeven van zijn dichtkunst vindt men in den bundel Christelijke gezangen voor de Ev.-Luthersche Gemeenten in het Koningrijk der Nederlanden. Amst., Haarl. en Gron. 1826. 12o. Hierin zijn acht Gezangen van Lagers opgenomen. |
Litteratuur: Hs. Borger. - Molhuysen en Kossmann, N. Biogr. Wdb. IX, K. 569 (art. v. F.S. Knipscheer). - Loosjes, Biogr. Naamlijst, blz. 156. - Dez., Gesch. Luth. Kerk in de Ned. (reg.). - Bijdr. Gesch. Luth. Kerk, I, blz. 130-136, 143; II, blz. 79-92; III, blz. 166, 169; IV, blz. 146, 162, 169; VII, blz. 149. - Oud en Nieuw I, blz. 190, 201; II, blz. 199; III, blz. 161, 168, 181, 247; V, blz. 144. - Domela Nieuwenhuis, Luth. Gem. Amst., blz. 230, 233, 235, 237, 242; Bijl., blz. 123). - Schultz Jacobi, Luth. Gem. Rott., blz. 371, 377. - Stemmen uit de Luth. Kerk in Ned., IV, blz. 275; VI, blz. 53-56. - Hartog, Gesch. Predikk., blz. 315, 381. - Boekz. 1833a, 495, 533-535, 688-790. - K.N. Meppen, Bekn. Gesch. v.h. Chr. Gezangboek bij de Ev. Luth. Gem. in Ned., blz. 9, 18. - B. ter Haar en W. Moll, Gesch. der Chr. Kerk in tafereelen. Dl. II (1869), blz. 602. - v.d. Aa, Wdb. Ned. Dichters. II, blz. 350.