[David Laccher]
LACCHER (David), jongere broeder van Pieter Laccher (zie vor. art.) werd geboren te Terneuzen in 1638. Hij studeerde te Utrecht (ingeschr. in 1654) en te Leiden (ingeschr. 26 Oct. 1657) en werd als proponent bevestigd te Vrouwenpolder den 22en Aug. 1659. Hij diende deze gemeente tot aan zijn overlijden in 1673.
Naar buiten heeft David Laccher zich bekend gemaakt door zijn openlijk in geschrifte partijkiezen tegen Johannes Becius, die in een Apologia modesta et Christiana etc. (1668), onder afwijzing van de beschuldiging van Arianisme, verklaard had het gevoelen van Socinus in zake de drieëenheid van het Goddelijk Wezen ‘voor het waarachtige’ te houden. Onder de geschriften, waarin Becius' gevoelen bestreden werd, was ook dat van den emeritus-predikant van Aagtekerke Nic. van Hoorn, getiteld: Arrius redivivus ofte vierige pylen des Satans, enz. Middelburg, 1669. 4o, waarachter van Ds. David Laccher is opgenomen een Lofdicht op dit geleerd en stichtelijk tractaat. (Vgl. hiervóór Dl. IV, blz. 270, 271). Zoowel Lacchers Lofdicht als v. Hoorns tractaat werden door Becius beantwoord in zijn Probatio Spiritus authoris Arrii redivivi. D.i.: Beproevinge van de geest des autheurs v. Arrius redivivus beschreven door D. Nicolaus v. Hoorn, gewesene prediker in de St. Agnetaekerk, alsmede beproevinge v.d. geest v. D. David Laccher, pastoor in de Polder .... 1669, nog in hetzelfde jaar gevolgd door een Nader beproevinge v.d. geest des auteurs v..... Arrius redivivus, welk geschrift van Becius, op last der Middelburgsche regeering, door beulshanden werd verbrand.
Portretten van D. Laccher zijn niet bekend.
Litteratuur: Biogr. Wdb. v. Prot. Godg. in Ned. Dl. I, blz. 365-369; IV, blz. 270-272 (en de litteratuuropgaven in beide art.). - Nav. Jrg. XIV (1864) Omslag no. 5. - Alb. Stud. Rh. Traj., k. 43. - Id. L. Bat., k. 461.