Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 5
(1943)–Jan Pieter de Bie, G.P. van Itterzon, Johannes Lindeboom– Auteursrecht onbekend
[pagina 318]
| |
te Blokzijl overleed, werd op 4 Januari 1794 te Grouw geboren, waar zijn vader toen predikant was. Hij studeerde van 1813 tot 1818 aan het Athenaeum en het Doopsgezind Seminarium te Amsterdam, waar hij één der oprichters was van het bekende, thans nog bestaande gezelschap ‘Etebon’ en waarvan hij in 1864 het vijftigjarig jubileum meevierde. In 1819 tot proponent bevorderd, werd hij nog in datzelfde jaar predikant te Emmerik, dat hij in 1820 met Dantumawoude verwisselde. In 1827 nam hij een beroep aan naar IJlst, waar hij op 2 September van dat jaar intrede deed. Hij wijdde den 28en September 1857 een nieuwe kerk te IJlst in en was verder op die standplaats werkzaam tot zijn emeritaat, dat op 19 Juni 1870 inging. Van 1835 tot 1838 nam hij bovendien den halven dienst waar bij de gemeente der Oude Vlamingen te Sneek. Kuiper overleed den 24en September 1882. Van zijn hand zag het licht: Lijkrede op Uilke Reitzes Dijkstra, leeraar te Dantumawoude (Leeuw. 1823) en Tweetal voorlezingen voor het departement IJlst der Maatsch. tot Nut van 't Algemeen (Sneek 1835). Litteratuur: Feestbundel ter herinn. van het 50-jarig bestaan van Etebon, blz. 20. - Doopsgez. Bijdr., 1883, 125; 1890, 120, 121; 1917,69. - Alb. Ath. Amst., 241. - Cat. Doopsgez. Bibl., II, 110, 262. - Hs. Borger. |
|