[Paulus Nicolaas Kruyswijk]
KRUYSWIJK (Paulus Nicolaas) werd den 25en December 1855 te Uithoorn geboren als zoon van Jakob Kruyswijk en Anna van Zwieten. Reeds op 9jarigen leeftijd wees geworden, kwam hij bij bloedverwanten aan huis, waar hij bezwaarlijke tijden heeft doorgemaakt, zoodat hij niet dan met moeite en strijd, en na eerst eenigen tijd in den handel geweest te zijn, ertoe geraakte, om zich als één der eerste kweekelingen van de Vrije Universiteit, tot het predikambt voor te bereiden. In 1889 beroepbaar verklaard, aanvaardde hij den 29en September van dat jaar de Evangeliebediening in de Gereformeerde kerk van Hoogeveen, deed op 8 Mei 1892 zijn intrede te Sneek en op 2 December 1894 te Kollum. Vandaar vertrok hij in 1901 naar Antwerpen, waar hij als de eerste predikant der Gereformeerde kerk aldaar optrad en deze tot krachtig leven poogde op te wekken. Doch slechts zeer kort mocht hij hier werkzaam zijn; na een bezoek aan een vrouw, die aan pokziekte leed, werd hij door die kwaal aangetast en overleed op 20 Juni 1902. Hij was op 19 September 1889 gehuwd met Everdina Gerarda Barger.
Door den geestelijken strijd in de dagen van zijn voorbereiding tot het predikambt, was Kruyswijk gerijpt tot een beginselvast, moedig man, ijverig in zijn dienstwerk, zoodat hij in Friesland veel gedaan heeft voor de wederopleving der Calvinistische beginselen. Toen hij te Sneek stond, nam hij het initiatief tot oprichting van De Getuige. Chr. Sociaal Weekblad, terwijl hij te Kollum eerst in 1896 en 1897 als tijdelijke voortzetting van De Getuige, uitgaf: De Gezant, spoedig vervangen door De Vrije Fries, die jarenlang bestaan heeft. Bovendien wilde hij bij zijn geestverwanten belangstelling wekken voor toepassing der Gereformeerde beginselen op sociaal en politiek gebied, en debatteerde in het openbaar met socialistische tegenstanders. Een Openbaar debat van P.N. Kruyswijk en A. van Emmenes over privaat-bezit, gehouden den 17 Mei 1893 in de Doele te Bolsward, is in 1893 te Wolvega in 't licht verschenen. Zijn beginselvast optreden heeft hem veel vijanden bezorgd, maar hij wist ook van wonderbare bewaring in gevaren te getuigen.
Als populair en stichtelijk schrijver heeft Kruyswijk zich bekend gemaakt door de volgende werken; Enkele bladzijden uit het leven van Theodorus Beza (Sneek 1894). - Aan hare poorten. Zes leerredenen (Sneek 1895). - Een strijdbaar held. Uit het leven van John Knox (Kollum z.j., maar in 1896 verschenen). - Guido de Brès. Een blik in de geschiedenis der Reformatie in de Zuid. Ned. (Amst. z.j., in 1898 verschenen). - Sociale wenschen. Toelichting op het sociaal program van Patrimonium (Kollum z.j.). Verder gaf hij anonym: Een uitverkoren vat. Het leven van Joh. Calvijn, voor het Ned. volk geschetst. Met een voorrede van Ds. J.J.A. Ploos van Amstel (Amst. z.j.).
Litteratuur: Heraut, 29 Juni 1902. - Standaard, 29 Mei 1925. - Bijna alle gegevens voor dit art. dank ik aan Mej. A. Kruyswijk en Ds. P.N. Kruyswijk, beide te Hilversum.