en in 1820 en 1822 lid van de Synode der Herv. kerk, waar hij belangrijke rapporten uitbracht en voorstellen van beteekenis indiende.
Evenals zijn vader heeft hij zich als schrijver bekend gemaakt. De volgende geschriften deed hij het licht zien: Welke zijn de beste middelen om den minvermogenden burger met den inhoud des Bijbels meer en meer bekend te maken? (Amst. 1798). Dit is een met goud bekroond antwoord op een prijsvraag, door de Maatschappij tot Nut van 't Alg. in 1797 uitgeschreven; het wordt besproken in Boekz., 1799a, 18-26. - Joannes de Dóper, een leesboek voor den tegenwoordigen tijd, 3 stukken (Amst. 1803/4). In Boekz. van 1803 en 1804 besproken. - Herinnering bij mijn 25jarigen predikdienst, met nog twee andere leerredenen bij bijzondere gelegenheden (Amst. 1815). Besproken in Boekz., 1817a, 669-672. - Ernst en luim, of brieven aan eene vriendin over de theorie der geestenkunde van J.H. Jung, gezegd Stilling. Met een leerrede over Hand. 19:11-20 (Amst. 1816; 2e dr. ald. 1818). De Boekz. van 1818b, 430-440, bevat een aankondiging. De leerrede is ook afzonderlijk uitgekomen. - Nieuw Christelijk Magazijn, 4 stukjes, door Krom verzameld (Amst. 1820 en volg. jaren). In Boekz., 1822b, 725-728 en 1823a, 3-9, zijn besprekingen opgenomen. Een vervolg op dit werk werd door hem en B. van Willis ondernomen onder den titel: Verzameling van bijdragen ter bevordering van Bijbelsche uitlegkunde en beoefenend Christendom, 2 stukjes (Amst. 1827), waarvan Boekz., 1828a, 130-140 een bespreking bevat. - Mijne gronden voor het Christendom, gevolgd n.h. Hoogd. van G.S. Francke (Arnh. 1823), in. Boekz., 1824a, 525-533 aangekondigd. -
Henriëtte Stolp, eene geschiedenis ter bevordering van godsdienstige kennis en zedelijkheid (Amst. 1827). Besproken in Boekz., 1828b, 22-26. Verder is van hem opgenomen in De Ernstige. Mengelingen ter bevordering van echte kennis enz., 2 stukjes (Rott. 1818): een Leerrede bij de bediening van den H. Doop en gaf hij uit: N. Lobry, Nagelatene leerredenen, 2 dln. (Arnh. 1818), aangekondigd in Boekz., 1820b, 703-708, terwijl hij een voorbericht schreef bij F. Girardet, De ouderlijke nalatenschap (Amst. 1821).
Er bestaat een afbeelding van hem, borstbeeld rechts en van voren, met bef. Lithografie zonder naam van den graveur.
Litteratuur: V.d. Aa, Biogr. Wdb., i.v. - Molhuysen en Blok, N. Biogr. Wdb., II, 728. - Frederiks en V.d. Branden, Biogr. Wdb., 441. - Glasius, Godg. Ned., II, 317. - Sepp, Pragm. Gesch. Th., 241. - Hartog, Predikk., 332, 361. - Alb. Stud. L.B., 1158. - Cat. Burgersd. Nierm., no. 8701. - V. Someren, Cat. v. Portr., II, 3072*. - Boekz., 1785b, 325, 326.- Mededeelingen van Ir. N.J. Haima van den Wal.