Biographisch woordenboek van protestantsche godgeleerden in Nederland. Deel 5

[Hermanus Johannes Krom]

KROM (Hermanus Johannes), zoon van den voorgaande en van Elisabeth Esther van Meerten, is geboren te Noordeloos en liet zich den 31en Juli 1809 op 16jarigen leeftijd te Leiden als student inschrijven. Op 16 Augustus 1814 legde hij voor de classis Gouda en Schoonhoven met goed gevolg het praeparatoir examen af en ontving in 1815 een beroep naar Schelluinen, waar hij nog in hetzelfde jaar intrede deed. Den 3en Mei 1818 predikte hij hier afscheid, om naar Oudenbosch te gaan, dat hem op 23 Februari van dat jaar beroepen had en waar hij tot 27 October 1822 werkzaam was. Bij K.B. van 22 Juli 1822 tot predikant te Willemstad benoemd (waar de Koning het collatie-recht bezat) en den 19en Augustus d.a.v. kerkelijk beroepen, aanvaardde hij hier op 3 November 1822 de Evangeliebediening en bleef er tot 9 April 1837, toen

[p. 277]

hij afscheid predikte, om zich één week later te verbinden aan de gemeente Leur in Noord-Brabant. Hij overleed aldaar op 20 Augustus 1850. Zijn kunde, ijver en liefde voor het ambt worden hoog geroemd. Hij was voorzitter van het classikaal bestuur van Breda.

Op 17 October 1819 mocht hij te Oudenbosch een nieuw kerkgebouw inwijden met een leerrede over Ps. 92:5, die in druk verscheen onder den titel: Leerrede bij de opening van de nieuw gebouwde kerk der Herv. gemeente in den Oudenbosch (Gouda 1819).

Litteratuur: Alb. Stud. L.B., 1219. - Boekz., 1819b, 642; 1850b, 366-369.