Ned. Hervormde kerk tot de Remonstrantsche Broederschap over. Eerst arbeidde hij te Meppel van 23 December 1894 tot 5 Maart 1899, daarbij tevens den dienst te Hoogeveen waarnemend, en verbond zich op 19 Maart d.a.v. aan de Rotterdamsche gemeente, die den 21en November 1898 een beroep op hem had uitgebracht. In Februari 1919 moest hij den arbeid neerleggen wegens een aanval van jicht en overleed na een ziekte van bijna 1½ jaar op 2 Juni 1920 in het sanatorium op den Heemraadsingel. Hij was gehuwd met Lientje Anna Groesbeek († 1928).
Kroese, die steeds de oud-moderne richting trouw bleef, was een verzoenende natuur, zijn prediking ernstig en rustgevend. Werkzaam van aard, voelde hij zich 't meest aangetrokken tot de practische zijde van het predikantschap; op de kwesties, die zich daarbij voordeden, had hij een helderen kijk. Bovendien heeft hij verscheidene belangrijke kerkelijke en maatschappelijke functies bekleed: hij was secretaris van de Commissie tot de zaken van de Rem. Broederschap, lid van het Hoofdbestuur van den Protestantenbond en van het bestuur der vereeniging ‘Tot steun’, voor welke laatste instelling hij vooral veel gedaan heeft.
Van zijn hand zag het licht: Ter herinnering aan Ds. J.H. de Ridder (Rott. 1902) en Het ééne noodige (Rott. 1912).
Een portret van Kroese is gevoegd bij het hierbeneden genoemde ‘In Memoriam’.
Litteratuur: In Memoriam W.H. Stenfert Kroese, in: Uit de Rem. Broederschap, XXII (1920), 10-15. - Tideman, Biogr. Naaml. Rem. Br., 60, 384, 385. - Alb. Stud. L.B., 1418. - Mededeeling van Prof. Dr. G.J. Heering.